This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2: Grip op je knip
Paragraaf 2: Heb jij inkomsten?
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling theorie paragraaf 1
Rekenopdrachten bespreken paragraaf 1
Slide 2 - Slide
Inkomen in natura valt onder ...
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit overdracht
C
Inkomen uit bezit
D
Overheidsinkomen
Slide 3 - Quiz
Huur is een voorbeeld van ...
A
inkomen uit arbeid
B
inkomen uit bezit
C
inkomen uit overdrachten
Slide 4 - Quiz
Een bijstandsuitkering is een voorbeeld van:
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Inkomen uit overdrachten
Slide 5 - Quiz
Rente is een voorbeeld van ...
A
inkomen uit arbeid
B
inkomen uit bezit
C
inkomen uit overdrachten
Slide 6 - Quiz
Zakgeld is een voorbeeld van ...
A
inkomen uit arbeid
B
inkomen uit bezit
C
inkomen uit overdrachten
Slide 7 - Quiz
Je hebt een inkomen van €2860 per maand. 90% hiervan ontvang je uit arbeid. Hoeveel euro verdien je uit arbeid?
A
€286
B
€2860
C
€2574
D
€3146
Slide 8 - Quiz
Twan verdient €50 per week. Hoeveel verdient Twan per maand? Tip: x4 is FOUT!!!
Slide 9 - Open question
Vraag 12a: Tim werkt 5 uur per week bij de bakker en verdient €3,13 per uur. Hoeveel verdien je per week?
Slide 10 - Open question
Vraag 12.b Tim verdient €15,65 per week hoeveel is dat per maand?
A
€62,60
B
€67,82
C
67,81
D
Geen idee snap er niks van
Slide 11 - Quiz
Vraag 13: Je krijgt iedere week €12 zakgeld van je ouders. Hiervan besteed je €3 aan snacks. Hoeveel procent van je zakgeld besteed je aan snacks?
Slide 12 - Open question
Vraag 14: Met je verjaardag word je zakgeld verhoogd tot €15 per week. Je gaat juist minder snacken, nog maar €2,50 per week. Hoeveel procent van je zakgeld geef je nu aan snacks uit?
Slide 13 - Open question
Vraag 15a: Iedere maand krijg je €50 zakgeld. Hoeveel zakgeld krijg je per jaar?
Slide 14 - Open question
Vraag 15.b Ellen krijgt €175 voor haar verjaardag. Hoeveel procent is dat van haar totale inkomen van €600?