SOCOVA_P1_wk6


Week 6
Sociale en Communicatieve Vaardigheden
Voordat we beginnen!
Wanneer doen we de pauze? 15 Minuten eerder stoppen en SOCOVA aan een stuk door, of een kwartier gevolgd door nog een half uur SOCOVA?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SoCoVaMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson


Week 6
Sociale en Communicatieve Vaardigheden
Voordat we beginnen!
Wanneer doen we de pauze? 15 Minuten eerder stoppen en SOCOVA aan een stuk door, of een kwartier gevolgd door nog een half uur SOCOVA?

Slide 1 - Slide

Inhoud
> Wat weet je nog?
> Vragen & Samenvatten en parafraseren
Waarden en normen
Waarden zijn opvattingen die een groep mensen als wenselijk zien.

Normen zijn regels (soms geschreven, soms ongeschreven) die daaruit voortvloeien.

Bijvoorbeeld: we waarderen eerlijkheid, dus we hanteren de norm "Je mag niet liegen"

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Drag question

Vormen van communicatie
  • Verbale communicatie:  de  woorden, en hoe ze worden gebruikt
  • Non-verbale communicatie: alle andere communicatie (mimiek, lichaamstaal
Congruentie
Als de betekenis van het verbale en non-verbale overeenkomen, dan is er congruentie.

Slide 5 - Slide

Is dit een open of een gesloten vraag?
"Wat heb je allemaal gedaan vandaag?"
A
Open
B
Gesloten

Slide 6 - Quiz

Is dit een open of een gesloten vraag?
"Heb vandaag een leuke dag gehad?"
A
Open
B
Gesloten

Slide 7 - Quiz

Reflectieve vraag
  • Je stuurt de andere aan op reflecteren
  • Bv. "Hoe voel je je daarbij?", "Wat vond je van de situatie?"

Slide 8 - Slide

Reflectieve vraag
  • Je stuurt de andere aan op reflecteren
  • Bv. "Hoe voel je je daarbij?", "Wat vond je van de situatie?"

Slide 9 - Slide

"Waarom" vraag
  • Om uitleg vragen of om verantwoording vragen
  • Kan confronterend zijn

Slide 10 - Slide

"Waarom" vraag
  • Om uitleg vragen of om verantwoording vragen
  • Kan confronterend zijn

Slide 11 - Slide

Suggestieve vraag
  • Sturende vraag > je stuurt iemand een bepaalde richting op
  • De vraag bevat een mening of idee
  • Zit vaker "niet" of "geen" in de vraag
    "Je wilt zeker niet wandelen vandaag?"

Slide 12 - Slide

Suggestieve vraag
  • Sturende vraag > je stuurt iemand een bepaalde richting op
  • De vraag bevat een mening of idee
  • Zit vaker "niet" of "geen" in de vraag
    "Je wilt zeker niet wandelen vandaag?"

Slide 13 - Slide

Dubbele vraag
  • Een vraag waar twee vragen in zitten
    "Wil je eerst Karin of eerst Lieke helpen?"

Slide 14 - Slide

Dubbele vraag
  • Een vraag waar twee vragen in zitten
    "Wil je eerst Karin of eerst Lieke helpen?"

Slide 15 - Slide

Lees de onderstaande casus:
Een client zegt: "Ik weet dat ik moet stoppen met roken en ik wil ook wel, want mijn longen worden steeds slechter. Maar ja, begin er maar eens aan." De begeleider reageert met de volgende woorden: "Je wilt stoppen met roken omdat je gezondheid slechter wordt, maar weet niet hoe je dit aan moet pakken. Begrijp ik je zo goed?"

Slide 16 - Slide

Samenvatten en parafraseren
  • Je verteld kort in je eigen woorden wat de ander verteld heeft
  •  Beperk je tot de kern
  • Trek geen conclusies en vul niets in
  • Doe het als de client/gesprekspartner veel vertelt
  • Die het regelmatig
  • Doe het als je de draad kwijt bent
  • Je kunt door vragen/bevestiging vragen door te vragen "Klopt dat?"

Slide 17 - Slide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1, 2 en 4 (vanaf p. 25)
  • Online: opdracht 13 t/m 21

Slide 18 - Slide