Genitive

Genitive
Aan het eind van de les weet je hoe je bezit kan aangeven. 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Genitive
Aan het eind van de les weet je hoe je bezit kan aangeven. 

Slide 1 - Slide

Today 
  • Dilemma

  • Genitive 

  • Nu Engels 

  • Video

  • Homework

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Video
Write down the rules of the when to use:
  • 's
  • '
  • of

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Genitive
Of: plaatsen, landen, dingen.

': meervoud eindigt op -s.

's: 1 persoon, dier, tijd, huis, product, bedrijf, winkel. 
(niet meervoud op -s dan 's gebruiken)

Slide 6 - Slide


Jill is my ... friend.
A
sister's
B
sisters'
C
sister

Slide 7 - Quiz


Which is correct?
A
England's capital.
B
The capital of England.

Slide 8 - Quiz


... whiskers.
A
Tobias's
B
Tobias'

Slide 9 - Quiz

An ...... ear is very big.
A
elephants
B
elephant's
C
elephants'

Slide 10 - Quiz

Which is correct?
A
The coat's zipper
B
The zipper of the coat.

Slide 11 - Quiz

Maak een zin met 's.
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Maak een zin met "of"
timer
1:00

Slide 13 - Open question

Exercise 
  • Do the exercises of Nu Engels 2.3.

  • Any questions?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Which slang word was the weirdest?

Slide 16 - Mind map

Which slang word would you consider using?

Slide 17 - Mind map

Homework
  • Finish the exercises of Nu Engels 2.3.

  • Good luck!

Slide 18 - Slide