5.8 grammatica woordsoorten (lw, zn, ww, bn, vz)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

5.8 Grammatica woordsoorten

Overzicht en herhaling

Lidwoorden

• De + het: bepaald lidwoord

• Een: onbepaald lidwoord

• Horen altijd bij een zelfstandig naamwoord

Zelfstandig 

naamwoord

• Maar ook: mensen / eigennamen

• Je kunt er een lidwoord voorzetten

Werkwoord

• Geeft aan wat iets of iemand doet

• Je kunt het vervoegen

• Ik loop - ik liep - ik heb gelopen

Voorzetsel

• Kastwoordjes
  

• ....... de vakantie

Bijvoeglijk 

naamwoord

• Zegt iets over het zn

• Het staat meestal voor het zn

• Het blauwe tasje: blauwe is het bn 

Schrijf alle lw'en op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste voor de tweede keer naar Sleen.

Schrijf alle zn'en op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste naar Sleen.

Schrijf alle bn'en op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste naar Sleen.

Schrijf alle ww'en op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste naar Sleen.

Wat ging er goed?

Waar moet je nog mee oefenen of een vraag over stellen aan mevrouw Gersen?