3.5 Woordvorming

3.5
woordvorming
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.5
woordvorming

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les weet hoe woorden zijn opgebouwd
  • Aan het eind van de les weet je wat een samenstelling is
  • Aan het eind van de les weet je wat een afleiding is

Slide 2 - Slide

woordvorming

woordvorming= manier waarop we woorden maken

Bij een samenstelling combineer je twee woorden die ieder op zich ook weer uit meer woorden kunnen bestaan
bijv: deurbel-> deur + bel

bij een afleiding-> voeg voor- of achtervoegsel toe

Slide 3 - Slide

grondwoord

TALENT= grondwoord  (talent=gave)
talentje= grondwoord+ je
talentjes =  grondwoord + je+s 

je= kleine versie van het ZN (talent in dit geval)
s= meervoud van het ZN (talent in dit geval)

Slide 4 - Slide

Achtervoegsels / grondwoord
Soms verandert de betekenis van een woord door een achtervoegsel. 

Voorbeelden: - loos, -je, -achtig
WaardeLOOS (zonder waarde)
BusJE(kleine bus)
JongensACHTIG (een beetje als een jongen)
Grondwoorden: basis van het woord --> waarde, bus, jongen





Slide 5 - Slide

Samenstellingen
Bij een samenstelling maak je van 2 losse woorden een nieuw woord:
1.  BN (bijvoeglijk nmw) + ZN = nieuw ZN
snel+trein=sneltrein
2. ZN+ZN= nieuw ZN
tuin+huis= tuinhuis

Slide 6 - Slide

Welke samenstellingen kun je maken met de woorden: school, boek, tas, hok, fiets, sport

Slide 7 - Open question

afleidingen met een voorvoegsel :

on+geluk=ongeluk
des+interesse=desinteresse
de+gradatie
pro+motie

afleidingen met achtervoegsel:

 kinder+achtig
behulp+zaam
 werkloos+heid

on+oplos+baar

Slide 8 - Slide

ZELF WOORDEN MAKEN

Adverteren (WW) 
 
> ZN de adverteerder
    > ZN  de advertentie
>ZN+tje  advertentietje
> VD geadverteerd


WELKE  KUN JE MAKEN MET 

SCHRIJVEN  (ww)
VOETBALLEN  (ww)

GEBRUIK SAMENSTELLINGEN, VOOR- EN ACHTERVOEGSELS, MAAK NIEUWE ZN

Slide 9 - Slide

voetballen

Slide 10 - Mind map

Bedenk woorden die kunt maken van 'schrijven'

Slide 11 - Open question