*Begrijpend lezen H5, vwo 2

Begrijpend lezen H5
- kritisch lezen

 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Begrijpend lezen H5
- kritisch lezen

 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze lessenserie kun je: 
- een tekst kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is

Slide 2 - Slide

Herhaling H1-4
- Hoofd- en bijzaken --> Wat is het verschil tussen hoofd- en bijzaken? 
- Kernzinnen --> Wat zijn kernzinnen en op welke plekken in een alinea kan een kernzin staan? 
- Tekstverbanden en signaalwoorden --> Welke tekstverbanden en signaalwoorden ken je nog? Waarom is het belangrijk om tekstverbanden en signaalwoorden te herkennen? 
- Feiten, meningen en argumenten --> Wat is het verschil tussen en feit en een mening? Wat zijn argumenten? 

Slide 3 - Slide

Waar moet je op letten om vast te stellen of een tekst betrouwbaar is?

Slide 4 - Mind map

Betrouwbaar of niet?

een artikel over antiverouderingspillen in een folder van de drogist
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 5 - Quiz

Betrouwbaar of niet?

een verhaal over een bekende acteur in het blad Story (roddelblad)
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 6 - Quiz

Betrouwbaar of niet?

reclame over afslankschoenen op www.telsell.com
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 7 - Quiz

Betrouwbaar of niet?

het RTL nieuws
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 8 - Quiz

Betrouwbaar of niet?

een wetenschappelijk artikel in de Volkskrant
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 9 - Quiz

Filmpje
Filmpje NN kritisch lezen 

Slide 10 - Slide

Kritisch lezen (1)
Je krijgt veel informatie binnen via televisie, internet, kranten en radio. Het is aan jou om te beoordelen of die informatie allemaal betrouwbaar is. Dat is namelijk niet zo. Daarom moet je kritsch zijn en je afvragen of het allemaal wel klopt wat je leest en ziet. 

Slide 11 - Slide

Kritisch lezen (2)
Stel bij het kritisch lezen van een tekst het volgende vast: 
- Is de auteur deskundig? Klopt de informatie van de auteur? 
- Is de auteur onpartijdig? 
- Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd? 
- Is de informatie niet verouderd? 
- Zijn de mensen die geïnterviewd worden betrouwbaar en deskundig? 
- Komen er voor- en tegenstanders aan het woord? 
- Zijn de argumenten sterk of niet? 

Slide 12 - Slide

Opdracht
Blz. 132 - 137
Maak de startopdracht en opdracht 1

Slide 13 - Slide