Telefoon is in je tas en anders in het telefoonhotel
Oortjes opruimen
laptop op tafel
Pen op tafel/etui
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Voorkomen van ongevallen en EHBO
Hoofdstuk 2 – Functie van belangrijke organen en weefsels
Doelstellingen
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
wat bedoeld wordt met de vitale organen;
hoe het hart, de longen en de bloedomloop werken;
wat een AED is en hoe je deze gebruikt;
wat de effecten zijn van inspanning;
hoe gewrichten kunnen bewegen;
hoe je een goede conditie kunt opbouwen.
Slide 3 - Slide
Weefsels en organen
Weefsel: het samenhangend geheel van cellen die
hetzelfde zijn en dezelfde functie hebben.
Orgaan: is uit één of meer weefselsoorten opgebouwd.
Een orgaan vervult een bepaalde functie. Vb. de long
is een orgaan waarmee we ademhalen.
Slide 4 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
maak nu een titelpagina:
Hoofdstuk 2
Functie van belangrijke organen en weefsels.
Dia 2:
Weefsels en organen. (zoek informatie en plaatjes zodat je weet wat het is en hoe het eruit ziet.
Sla het op in je One drive in een mapje EHBO zodat je later er verder mee kan werken.
Slide 5 - Slide
Vitale organen
Hart
Longen
Hersenen
- De hersenen, het hart en de longen zijn organen die van levensbelang zijn.
- De drie vitale functies hangen nauw samen met elkaar. Als 1 van de 3 uitvalt, zullen de andere meestal volgen.
- Een storing in een vitaal orgaan is dan ook levensbedreigend.
Slide 6 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
Dia 3
Welke 3 vitale organen zijn de 'vitale organen'? Leg uit wat de functie is en voeg een plaatje van elk orgaan erbij. Ook dia per vitale orgaan (dia 4,5,6)
Maak een afbeelding op papier en teken of print de 3 vitale organen en plak ze op de juiste plaats in de tekening.
Slide 7 - Slide
Hersenen
De hersenen bestaat uit drie delen
de grote hersenen;
de kleine hersenen;
de hersenstam.
De hersenen zijn belangrijk voor
het besturen van je lichaam, zoals je beweging, gevoel en gedrag;
het regelen van je lichaamstemperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk;
het geheugen, bewustzijn en emoties.
Slide 8 - Slide
Hart
Het hart is verdeeld in
een linkerhelft – bevat zuurstofrijk bloed;
een rechterhelft – bevat zuurstofarm bloed.
Beide helften zijn ook weer verdeeld in twee delen
een bovenste deel = boezem;
een onderste deel = kamer.
Tussen de boezem en de kamer zitten hartkleppen
Slide 9 - Slide
opdracht 2.05 Bouw en werking van het hart
Slide 10 - Slide
Longen
zorgen ervoor dat ons lichaam zuurstof krijgt;
zijn zacht en sponsachtig: dat maakt ze erg kwetsbaar;
keel, neus en mond bedekt met een slijmvlies > schadelijke stoffen en bacteriën blijven bij het inademen voor een groot deel kleven aan het slijmvlies.
Slide 11 - Slide
opdracht 2.06 Hoe werken de longen
Slide 12 - Slide
De bloedsomloop
de kleine bloedsomloop;
de grote bloedsomloop.
Slide 13 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
Dia 7
zoek een plaatje van de grote en kleine bloedsomloop en beschrijf hoe de circulatie van het bloed gaat door het lichaam.
Teken ook de bloedsomloop in je menselijk lichaam. Je kan dit doen op doorzichtig folie zodat je die over de andere plaatjes kan leggen.
Slide 14 - Slide
opdracht 2.07 De bloedsomloop en bloedvaten
Slide 15 - Slide
Maken: Ademhaling en hartslag
Normale ademhaling en normale hartslag
Slide 16 - Slide
E. Video Polscontrole (Blz 188)
Slide 17 - Slide
AED
Automatische Externe Defibrillator
een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand;
op steeds meer openbare plekken zijn AED-apparaten aanwezig;
herkenbaar aan het groen-witte logo
Slide 18 - Slide
Reanimatie
het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop wanneer er sprake is van een circulatiestilstand (stilstand van de bloedsomloop);
bestaat uit het geven van beademing en borstcompressie (hartmassage)
Slide 19 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
Dia 8
Ga nar de website van de hartstichting. Verwerk de volgende vragen op de dia:
Wat doet een burgerhulpverlener? ,
wie kunnen burgerhulpverlener worden.
bijpassend plaatje
Slide 20 - Slide
Gewrichten
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten waarbij beweging mogelijk is.
Gewrichten zorgen voor de bewegelijkheid van het skelet.
Soorten gewrichten:
Scharniergewricht;
Rolgewricht;
Kogelgewricht
Slide 21 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
Dia 9
Slide 22 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
Dia 9
Teken of plak nu de verschillende gewrichten op juiste plaats in je grote tekening van jezelf.
Slide 23 - Slide
Effecten van inspanning
Zittende levensstijl een oorzaak van veel doden;
Sporten en bewegen is goed voor de gezondheid;
Regelmatig sporten zorgt voor:
- een betere conditie;
- meer spierkracht;
- een gezondere levensstijl;
- een goede nachtrust.
Slide 24 - Slide
Effecten van inspanning
Inspanning zorgt voor:
Verlaging van de bloeddruk;
Toename van de hoeveelheid bloed (bloedvolume);
Wijziging in vetconcentraties;
Daling van het cholesterolgehalte.
Slide 25 - Slide
Bloeddruk
Bloeddruk is de kracht waarmee het hart het bloed de vaten in pompt.
Het hart pompt het bloed met kracht de slagaders in;
Er ontstaat een druk op de bloedvaten. Deze moet niet te hoog worden.
Een hoge bloeddruk vergroot de kans op hart- en vaatziekten.
Cholesterol is een vetachtige stof die in je lichaam voorkomt.
Cholesterol is belangrijk voor je lichaam, voor de opbouw van lichaamscellen, de productie van hormonen en de spijsvertering
Slide 26 - Slide
Oververhitting (hitteberoerte)
Oververhitting ontstaat door een verhoogde lichaamstemperatuur > 40,5˚C
Symptomen
een hete droge huid;
afwezigheid van transpiratie;
een bleek gelaat;
verward en onrustig gedrag;
een snelle hartslag;
bewusteloosheid.
Slide 27 - Slide
opdracht 2.11 Hitteberoerte tijdens hardlopen
Slide 28 - Slide
We gaan een powerpoint maken die je kan gebruiken om te leren.
Dia 10
Waardoor ontstaat hitteberoerte?
Welke klachten ontstaan door een hitteberoerte?
geef 5 tips om het te voorkomen.
Slide 29 - Slide
Eerste hulp bij hitteberoerte
Je belt 112 als het slachtoffer suf, verward is of evenwichtsstoornissen heeft;
Je brengt het slachtoffer naar een koele ruimte/plaats;
Je verwijdert overtollige kleding;
Je koelt het slachtoffer door:
doeken, gedrenkt in water, op het slachtoffer te leggen (vervang de doeken na elke 2 minuten);
het slachtoffer te besproeien met koud water onder een douche;
ijs of coldpacks in de nek, liezen, oksels en knieholtes van het slachtoffer te leggen;
de huid van het slachtoffer nat te maken en een ventilator erop te richten.
Slide 30 - Slide
Conditie opbouwen
Conditie zegt iets over hoelang je iets kunt volhouden, maar het zegt ook iets over je kracht, je snelheid, je lenigheid en het coördineren van je spieren.
Adviezen
Doe iets wat je leuk vindt;
Koop de juiste materialen;
Zorg voor de juiste trainingsprikkel;
Neem minimaal twee vaste momenten per week;
Neem voldoende rust;
Sport samen;
Zorg voor combinatie tussen spier- en conditiekracht.