Herhaling en oefentoets Thema 1 - Organen en cellen

Herhaling thema 1 organen en cellen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Herhaling thema 1 organen en cellen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik vertellen wat ik moet leren voor het tentamen van thema 1 Organen en cellen

Slide 2 - Slide

Sleep de levensfase naar het goede plaatje
Oudere
Adolescent
Schoolkind
Puber
Volwassene
Baby
Peuter
Kleuter

Slide 3 - Drag question

Wat zijn de 9 levenskenmerken?

Slide 4 - Mind map

Sleep de onderdelen van de dierlijke cel naar de goede plek
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 5 - Drag question

Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:
A
Voeding
B
Uitscheiding
C
Ademhaling

Slide 6 - Quiz

Waar vind je een vacuole?
A
In cellen van planten
B
In cellen van dieren
C
In beide (zowel antwoord A als B)

Slide 7 - Quiz

In cellen van planten en dieren komt cytoplasma voor.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

In cellen van planten en dieren komt een celmembraan voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De cellen van planten bestaan uit verschillende delen.
Welke kenmerken hebben deze onderdelen van plantencellen?
Zoek bij elkaar
bladgroenkorrel
celwand
cytoplasma
Deze stevige laag bestaat uit voedingsvezels.
Dit groene bolletje maakt voedsel voor de plant.
Dit is een stroperige vloeistof.

Slide 10 - Drag question

Is dit een voorbeeld van een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Wat is geen levenskenmerk
A
Waarnemen
B
Uitscheiden
C
Praten
D
Groeien

Slide 12 - Quiz

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft:
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme

Slide 13 - Quiz

Voortplanten is geen levenskenmerk?
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat vertoont levenskenmerken?
A
Een paddenstoel
B
Een omgevallen boom
C
Water
D
Een ijzeren kikker

Slide 15 - Quiz

Levend
Dood
Levenloos
Heeft nooit levenskenmerken gehad
Heeft levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer

Slide 16 - Drag question

Welke omschrijving past bij welke levensfase? Sleep de omschrijving naar de juiste levensfase
Baby.
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Bejaarde
Leert lezen en schrijven.
Spierkracht neemt af.
Leert zitten en kruipen
Leert naar de wc gaan en fietsen
Leert zelfbewust denken.
Leren zelfstandig zijn
Leren kinderen opvoeden
Leren praten en traplopen

Slide 17 - Drag question

Wat is een orgaanstelsel?
A
Alle organen die werken
B
Alle organen die bezig zijn met leven
C
Alle levende organen
D
Alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 18 - Quiz

Zeemeeuwen leven bij een strand. Dat is hun leefomgeving.

Wat is een leefomgeving? Kies het beste antwoord.
A
In de leefomgeving van een organisme zijn de omstandigheden om te overleven het best
B
Een omgeving met geschikte woonomstandigheden voor een dier?
C
Een omgeving waar dieren veilig zijn voor jagers.
D
Een omgeving waar organismen gemakkelijk eten kunnen vinden.

Slide 19 - Quiz

Welke dieren zijn zoolgangers?
A
Mens en kameel
B
Mens en beer
C
Kameel
D
Geen van allen

Slide 20 - Quiz

Een zoolganger....
A
Heeft zooltjes zoals een kat of hond
B
Zet zijn gehele voet op de grond, van teenkootjes tot hielbeen
C
Loopt het liefst niet op blote voeten

Slide 21 - Quiz

Schutkleur is een aanpassing aan de leefomgeving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat voor snavel is dit?
A
Pincetsnavel
B
Zeefsnavel
C
Priemsnavel
D
Kegelsnavel

Slide 23 - Quiz

Wat voor soort snavel is dit?
A
zeefsnavel
B
pincetsnavel
C
platte snavel
D
kegelsnavel

Slide 24 - Quiz

Wat voor snavel heeft een scholekster?
A
Pincetsnavel
B
Priemsnavel
C
Haaksnavel
D
Kegelsnavel

Slide 25 - Quiz

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 26 - Quiz

Planten hebben reservestoffen in hun wortels.

Wat is de functie van de reservestoffen
in de wortels?
A
Opnemen van water uit de grond
B
Zuurstof afgeven aan de stengel
C
voeding voor de planten in de buurt
D
voeding voor mensen en andere dieren

Slide 27 - Quiz

Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat zijn twee taken van de wortel?
A
watertransport en voedselopslag
B
wateropname en stevigheid (verankeren in de grond)
C
voedsel maken, en voedselopslag
D
groei van de plant en watertransport

Slide 28 - Quiz

Wortels kunnen:
A
De plant vastzetten in de grond.
B
Voedsel opslaan voor na de winter.
C
Water en mineralen opnemen uit de grond.
D
Alle bovenstaande antwoorden.

Slide 29 - Quiz

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 30 - Drag question

+
+
-->
Fotosynthese:
+
.........
........
.........
..........
........

Slide 31 - Drag question

Waar vindt fotosynthese plaats? 
Fotosynthese

Slide 32 - Drag question

Ik leer het best biologie...
Door de stof goed door te lezen
Door de lessen te volgen
Door een samenvatting te maken
Door oefeningen te maken
Door filmpjes te kijken

Slide 33 - Poll

Ik ben al aan het leren voor biologie
Ja
Nee

Slide 34 - Poll

Hoe leer je voor biologie?
Samenvatten en/of begrippenlijsten maken
De tekst uit het boek lezen en/of YouTube video's kijken
Oefenen met oefentoetsen en/of biologiepagina
Samenvatten en oefenen
Samenvatten en lezen
Lezen en oefenen
Lezen, samenvatten en oefenen
Anders, namelijk...

Slide 35 - Poll

Helpt deze les bij het leren?

0100

Slide 36 - Poll

Leren:
Mijn gevoel over het maken van dit schoolexamen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Ben je al begonnen met leren?
Nee
Ja

Slide 38 - Poll