Herhaling thema 1 - Planten en dieren

Hst. 1 Planten en dieren
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hst. 1 Planten en dieren

Slide 1 - Slide

Organismen
- Je kunt uitleggen wat een organisme is.
- Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
- Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 2 - Slide

Levenskenmerken

Slide 3 - Slide

Levend = alle levenskenmerken
Dood = heeft ooit geleefd, nu niet meer 
Levenloos: heeft nooit levenskenmerken gehad  

Slide 4 - Slide

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Slapen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 5 - Quiz

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme

Slide 6 - Quiz

Groei en ontwikkeling
- Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
- Je kunt de onderdelen van een zaad noemen met hun functie.
- Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven.

Slide 7 - Slide

Groei
Ontwikkeling

Slide 8 - Slide

Levenscyclus

Slide 9 - Slide

Bruine boon

Slide 10 - Slide

Is dit groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 11 - Quiz



Is dit een voorbeeld van groei of ontwikkeling?

A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 12 - Quiz

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel

Slide 13 - Drag question

De mens
- Je kunt verschillende typen ontwikkeling bij de mens beschrijven
- Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de leeftijden.

Slide 14 - Slide

Ontwikkeling
  • Lichamelijk
  • Geestelijk
  • Motorisch

  • Levensfasen

Slide 15 - Slide

Levensfasen

Slide 16 - Slide

Bij motorische ontwikkeling...
A
Verandert je verstand
B
Leer je je lichaam kennen
C
Leer je bepaalde bewegingen
D
Verandert je bouw

Slide 17 - Quiz

Motorische ontwikkeling
lichamelijke ontwikkeling
geestelijke ontwikkeling
ontwikkeling van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid
het leren van bewegingen
het optreden van veranderingen in het lichaam van een mens

Slide 18 - Drag question

Zet de levensfases in de juiste volgorde.
Baby
peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
adolescent
volwassen
bejaard

Slide 19 - Drag question

Voedsel maken
- Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaan voor dieren en mensen
- Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel

Slide 20 - Slide

Fotosynthese
  • Planten maken hun eigen stoffen
  • Glucose is een voedingsstof
  • Fotosynthese in groene delen
  • water + koolstofdioxide + zonlicht --> glucose + zuurstof
  • Waarom is fotosynthese belangrijk?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

Licht

Glucose

Slide 24 - Drag question

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 25 - Drag question

Eetbare delen van de plant


Wat eet je nou eigenlijk?

Slide 26 - Slide

Welke delen van de plant zijn eetbaar?
A
Alleen de bladeren van een plant zijn eetbaar
B
Alle delen van de plant zij eetbaar
C
Dat is afhankelijk van de soort plant
D
Alleen de vruchten van de plant zijn eetbaar

Slide 27 - Quiz

Allemaal anders
- Je kunt aanpassingen bij planten beschrijven
- Je kunt aanpassingen bij dieren beschrijven

Slide 28 - Slide

Aanpassingen
Stroomlijn

Slide 29 - Slide

Water
  • Veel of weinig water heeft invloed op bladeren en wortels (links weinig water, rechts veel water)
  • Waterplanten drijven en hebben weinig stevige delen

Slide 30 - Slide

Planten kunnen zich niet aanpassen aan hun leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Wat zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 32 - Quiz

De lepelplant is een populaire kamerplant. Deze plant komt oorspronkelijk uit een vochtig milieu.
Welke aanpassing heeft deze plant
A
grote platte bladeren en een groot wortelstelsel
B
grote platte bladeren en een klein wortelstelsel
C
klein dikke bladeren en een klein wortelstelsel
D
klein dikke bladeren en een groot wortelstelsel

Slide 33 - Quiz

Hoe heet deze snavel?
A
priemsnavel
B
kegelsnavel
C
pincetsnavel

Slide 34 - Quiz

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 35 - Quiz

Hoe heet deze snavel en wat eet deze vogel?
A
priemsnavel, vogel eet bodemdiertjes
B
pincetsnavel, vogel eet insecten
C
kegelsnavel, vogel eet zaden

Slide 36 - Quiz

Snavels
Welk dier is dit?

Slide 37 - Slide

Zoolgangers, teengangers en topgangers

Slide 38 - Slide

Zoolganger
Beer

Slide 39 - Slide

Kat
teenganger

Slide 40 - Slide

Zebra
Topganger

Slide 41 - Slide

Welke pootafdruk is van een topganger?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 42 - Quiz

Is een egel een topganger of een zoolganger?
A
Zoolganger
B
Topganger

Slide 43 - Quiz

Is een geit een Topganger, teenganger of een topganger?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 44 - Quiz

zoolganger - teenganger - topganger

Slide 45 - Slide

Verdediging bij planten
  • stekels
  • brandharen
  • maken van gifstof -> verlamming
  •  insecten 

Slide 46 - Slide

Verdediging bij dieren

       Tegen vijanden:
  • stekels of gifstekels
  • schutkleur -> onzichtbaar
  • schild 
    Tegen de omgeving:
  • vacht tegen kou

Slide 47 - Slide

Eet mij maar niet op...

Slide 48 - Slide

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 49 - Quiz



Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.

Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Grote oren
B
Zomervacht
C
Luchtstroom
D
Dikke vetlaag

Slide 50 - Quiz

Wat is geen aanpassing aan planten die in een droog milieu leven?
A
lang wortelstelsel
B
een dikke waslaag op de bladeren
C
behaarde bladeren
D
kort wortelstelsel

Slide 51 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 52 - Quiz