1B1 -4 feb

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1B1 - Dinsdag 4 februari

Nodig:

- iPad

- Etui

- Leerboek blz. 66

- Werkboek blz. 40

Deze les:

• Herhalen: bestuursvormen
  
• Herhalen: Sparta en Athene
  
• Nieuw: Paragraaf 4.3
• Aan de slag
• Afsluiting

Bij welke bestuursvorm is er een klein groepje die de macht heeft?

1. Aristocratie
2. Tirannie
3. Democratie
4. Monarchie

Bij welke bestuursvorm mag het volk meebeslissen?

1. Aristocratie
2. Tirannie
3. Democratie
4. Monarchie

Bij welke bestuursvorm is er één iemand die alle macht heeft?

1. Aristocratie
2. Tirannie
3. Democratie
4. Monarchie

Herhaling Sparta en Athene

Bestuur bestond uit: twee erfelijke koningen

• Erfelijk = door gegeven van vader op zoon.
• De koningen waren de aanvoerders van het Spartaanse leger.

Koning(en)

1. Sparta
2. Athene
3. Allebei
4. Allebei niet

Volksvergadering

1. Sparta
2. Athene
3. Allebei
4. Allebei niet

Kiesrecht voor vrouwen

1. Sparta
2. Athene
3. Allebei
4. Allebei niet

Kiesrecht voor alle mannen

1. Sparta
2. Athene
3. Allebei
4. Allebei niet

4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen 

De goden konden om advies gevraagd worden

Een vrouw werd "bezeten" en priesters leggen de boodschap uit

Deze boodschap noemen we een orakel

De belangrijkste was het orakel van Delphi

4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen 

Griekse goden

• De Grieken geloofden in meerdere goden.
• Elke god een eigen taak.
  
• De goden bepaalde alles, van goed weer, geluk in je leven,  tot ziekte en de dood.
• De griekse goden leken erg op mensen en gedroegen zich ook zo. 

Het orakel

• Een plaats was volgens de oude Grieken een god(in) antwoord heeft op vragen.
• Een god(in) deed  via een priester een voorspelling.
• De voorspelling zelf werd een orakel genoemd. De voorspellingen waren nogal raadselachtig.
• Grieken gingen  naar een orakel om advies te vragen.
  
• Het orakel van Delphi was de belangrijkste. 

Filmpje

Het Orakel van Delphi 

Zuilen

De Grieken ondersteunden de daken van tempels met zuilen

Er waren drie soorten (DIK):

Dorische zuilen

Eenvoudig met rechte lijnen

D

Ionische zuilen

Twee krullen bovenaan

I

Korintische zuilen

Versierd met gekrulde bladeren

K

D

I

K

Deze zuil is:

Dorisch

Ionisch

Korintisch

Deze zuil is:

Dorisch

Ionisch

Korintisch

Deze zuil is:

Dorisch

Ionisch

Korintisch

Deze zuil is:

Dorisch

Ionisch

Korintisch

Aan de slag

• Lees paragraaf 4.3 uit je leerboek (blz. 66 en 67).
• Lees ook de oranje stukjes van blz. 66 en 67.
• Maak uit je werkboek  H4 opdracht 16.1 en 16.2 (blz. 42).

Huiswerk

Hoofdstuk 4

Opdracht 16.1 en 16.2

Vrijdag 7 februari - 5e uur