Grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen

persoonsvorm

onderwerp

werkwoordelijk gezegde

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Wat is de persoonsvorm?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"

1. gisteravond
2. heb
3. ik
4. gekookt

Wat is het onderwerp?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"

1. ik
2. spaghetti
3. heb gekookt
4. mijn ouders

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"

1. heb
2. heb spaghetti gekookt
3. heb overheerlijke spaghetti gekookt
4. heb gekookt

Wat is het lijdend voorwerp? "Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"

1. gisteravond
2. spaghetti
3. overheerlijke spaghetti
4. mijn ouders

Wat is het meewerkend voorwerp?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"

1. ik
2. overheerlijke spaghetti
3. mijn ouders
4. voor mijn ouders

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"

1. Gisteravond
2. overheerlijke
3. voor mijn ouders
4. is er niet

Waarom

zijn

zoveel mensen

tegenwoordig

aan het klagen?

is er niet

pv

ow

wg

lv

mv

bwb

Wie

heeft

zijn hond

in de duinen

laten poepen?

is er niet

pv

ow

wg

lv

mv

bwb

Deze organisatie

geeft

ieder jaar

al haar geld

aan zielige kinderen

is er niet

pv

ow

wg

lv

mv

bwb