H4 - thema 3 - BS5

Thema 3 Genetica
BS5 - speciale manieren van overerving
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 Genetica
BS5 - speciale manieren van overerving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen BS5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

begrippen BS5
multiple allelen
letale factoren
gekoppelde genen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

manieren van overerven BS5
multiple allelen
letale factoren
gekoppelde overerving

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

multiple allelen
kenmerken:
  • meerdere varianten van het allel
  • voorbeeld bloedgroepen
bloedgroep A -> IAIA of IAi
bloedgroep B -> IBIB of IBi
bloedgroep AB -> IAIB
bloedgroep 0 -> ii

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

multiple allelen
kenmerken:
  • meerdere varianten van het allel
  • voorbeeld bloedgroepen
bloedgroep A -> IAIA of IAi
bloedgroep B -> IBIB of IBi
bloedgroep AB -> IAIB
bloedgroep 0 -> ii

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

manieren van overerven BS6
multiple allelen
letale factoren
gekoppelde overerving
crossing-over
mitochondriaal DNA

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

letale factoren
kenmerk:
  • als de eigenschap of combinatie ervan niet leidt tot een levensvatbare nakomeling
  • reken deze niet mee bij de overlevenden
  • geef aan met een kruis

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

manieren van overerven BS6
multiple allelen
letale factoren
gekoppelde overerving
crossing-over
mitochondriaal DNA

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

dihybride kruisingen
X

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

dihybride  
overerving van meerdere
eigenschappen
- of op 1 chromosoom =
gekoppeld

- of op verschillende 
chromosomen = niet gekoppeld = onafhankelijke (VWO)
X

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

gekoppelde genen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

gekoppelde genen
AB
ab
gebruik: 
AB 
ab 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

gekoppelde dihybride
noteer als breuk
-> boven = 1 chromosoom
-> onder = 1 chromosoom  

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

gekoppelde dihybride 
tabel verder 
hetzelfde 
als monohybride
overervingen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bij bloedgroepen bestaan:
A
3 allelen maar iedereen heeft maar 2
B
3 verschillende genen maar iedereen heeft er maar 2
C
2 allelen maar je hebt 3 genen
D
2 allelen en 2 genen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep 0 hebben een kind met bloedgroep 0. Hoe groot is de kans dat een tweede kind ook bloedgroep 0 heeft?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 18 - Quiz

het kind heeft bloedgroep 0, dus ii. Van vader én moeder moet het dus allel i hebben gekregen, vader heeft dus genotype IAi. Moeder heeft ii (bloedgroep 0). De kans dat vader i doorgeeft is 0,5, de kans dat moeder i doorgeeft is 1. De kans op ii is dus 0,5 x 1 = 0,5. Het feit dat het eerste kind bloedgroep 0 heeft is niet van invloed op de bloedgroep-kans voor het tweede kind.

Sikkelcelanemie
Sikkelcelanemie is een van de zeventien aandoeningen waarop het bloed van een pasgeborene wordt gescreend. Het is een erfelijke vorm van bloedarmoede. Uit het bloedonderzoek kan blijken dat een kind sikkelcelanemie heeft, ook als beide ouders het niet hebben. Ook kan blijken dat de zoon of dochter drager is van de aandoening.

Wat kun je uit bovenstaande gegevens afleiden over de overerving van sikkelcelanemie?

A
De ziekte erft autosomaal over en is dominant
B
De ziekte erft autosomaal over en is recessief
C
De ziekte erft X-chromosomaal over en is dominant
D
De ziekte erft X-chromosomaal over en is recessief

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij intermediaire overerving is sprake van meer dan twee..........
A
allelen
B
genen
C
fenotypen
D
eigenschappen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van onvolledige overerving zie je hiernaast?
A
Intermediair
B
Co-dominant
C
Multipele allelie
D
Dihybride kruising

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een typisch kruisingsschema voor een letale overerving?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


7) Gekoppelde genen 
 




A
0
B
1/8
C
1/4
D
1/2

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan het genotype van iemand met bloedgroep A zijn?
A
IA IA
B
Ia i
C
IA IA en i i
D
IA IB en IA IA

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Men kruist AABB x aabb. De genen erven gekoppeld over. De ligging van de genen in de chromosomen is juist weergegeven bij: (De strepen stellen chromosomen voor.)
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is er als er een letale factor is?
A
veel nakomeling sterven
B
hier worden allelen omgewisseld
C
dieren met deze allelcombinatie zijn niet levensvatbaar
D
deze combinatie van allelen bestaan niet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bij de mens komen twee gekoppelde genen voor: A en B. Hoe groot is de kans dat een vader en een moeder met een chromosoompatroon zoals hiernaast een kind krijgen met genotype aaBb?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


Welke bloedgroep kunnen de kinderen van een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB hebben?
A
alleen AB
B
alleen A of B
C
alleen A of B of AB
D
A of B of AB of O

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

moeder heeft bloedgroep A
vader heeft bloedgroep B
wat zijn mogelijke bloedgroepen van hun kinderen?
A
alleen A of B
B
A, B of AB
C
Alleen bloedgroep AB
D
alle bloedgroepen zijn mogelijk

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


Een letale factor
Het allel B is X-chromosomaal en dominant. Wanneer het recessieve allel b ontbreekt, is er sprake van een letale factor. Wanneer het dominante allel enkelvoudig voorkomt, is het niet dodelijk. Een mannetjesmuis met dit dominante allel wordt gekruist met een vrouwtjesmuis met deze dominante eigenschap.

Welke geslachtsverhouding vrouw : man kun je verwachten bij het grote aantal jongen dat ze krijgen? 


A
1 : 1
B
1 : 2
C
2 : 1
D
3 : 1

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

huiswerk
opdracht 53 t/m 63
interesse in meer verdieping? opdracht 62 en 63
lees BS6

Slide 31 - Slide

This item has no instructions