1kader 2.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom                2.8 Spelling

Je pakt:

-laptop/boek

-schrift Nederlands 

-leesboek

Planning 

• Denkvierkant
• LU vragen
• Instapopdracht
• Uitleg + vragen
• Maken 3 t/m 8
• Lesdoelen check 

Hoe waren jullie feestdagen?

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

• de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen;

• een komma gebruiken;

• dicteewoorden spellen.

Schrijf de juiste vorm van het ww op:
Hij (koken) heel graag.

Schrijf de juiste vorm van het ww op:
Hij (vinden) vakantie heel leuk.

Maken 

Instapopdracht 1 (2 delen)

Klaar? Lees de theorie alvast.

Wie weet er een voorbeeld van een pv in de t.t.?

Aantekeningen 2.8: pv in de t.t.

Bij d-werkwoorden eindigt de 

stam (en ik-vorm) op -d.

Bij jij en bij hij/zij/het komt 

er -t achter (ook al hoor je die niet).

Hier gelden dus dezelfde regels 

als bij alle andere werkwoorden.

Bekijk de video 2.8 spelling

Aantekeningen 2.8: pv in de t.t.

Bij t-werkwoorden eindigt de stam (en ik-vorm) op -t.

Bij jij en bij hij/zij/het komt er géén extra -t achter.

Schrijf de juiste vorm van het ww op:
De man (durven) dat niet!

Schrijf de juiste vorm van het ww op:
Jij (pesten) nooit!

Maken 2.8

Opdracht 3 t/m 8

Klaar? Maken: NUMO spelling

Lesdoelen check

Schrijf de juiste vorm van het ww op:
Hij (branden) de kaarsen.

Schrijf de juiste vorm van het ww op:
Wij (bedoelen) dat niet.

Wat is de juiste vorm van het ww?
Het meisje (lopen) naar de bus.

1. loop
2. loopt
3. lop
4. lopt

Wat is de juiste vorm van het ww?
Ik (reizen)

1. reis
2. reist
3. reiz
4. reizt

Welkom        2.8 Spelling (deel 2)

Je pakt:

-laptop/boek

-schrift Nederlands 

-studiewijzer

-leesboek

Planning 

• Herhalingsvragen
• Uitleg
• Maken
• Lesdoelen check 

Voor het hele werkwoord kan je 'hij' neerzetten.

1. waar
2. niet waar

Hij/jij/zij-vorm is ik vorm +t.
Wanneer er al een -t staat, komt er geen extra -t achter.

1. waar
2. niet waar

Hij (gieten) het water over.

Ik (genieten) altijd van de feestdagen.

Waar hoort de komma?

Op kerst eten we ontbijt lunch en diner.

Aantekeningen 2.8: komma

De komma staat niet aan het eind van een zin, zoals de punt, het vraagteken en het uitroepteken, maar in een zin. Komma gebruik je op de volgende plekken:

Schrijf de komma op de juiste plek:

Ik heb mijn spullen niet bij mij want ik ben ze kwijt.

Schrijf de komma op de juiste plek:
Jan heb jij mijn sleutels gezien?

Maken 2.8

Bespreken: 3 t/m 8

Maken: opdracht 9 t/m 14

Klaar? Maak de Test Jezelf! 2.8 en NUMO.

Lesdoelen check

Hij (geloven) alles wat hij hoort!

Ik (geven) Piet veel snoep.

Waar komt de komma?
Ik koop boter kaas en eieren.

Waar komt de komma?
Als je zin hebt kun je mee gaan.

Welkom        2.8 Spelling (deel 2)

Je pakt:

-laptop/boek

-schrift Nederlands 

-studiewijzer

-leesboek

Planning 

• LU vragen


• Herhaling + vragen
• Maken 
• Lesdoelen check 

Hij-vorm van vinden

Ik-vorm van zetten

Waar hoort de komma?
Kim pak jij de boeken even?

Aantekeningen 2.8: pv in de t.t.

Bij d-werkwoorden eindigt de 

stam (en ik-vorm) op -d.

Bij jij en bij hij/zij/het komt 

er -t achter (ook al hoor je die niet).

Hier gelden dus dezelfde regels 

als bij alle andere werkwoorden.

Bekijk de video 2.8 spelling

Aantekeningen 2.8: pv in de t.t.

Bij t-werkwoorden eindigt de stam (en ik-vorm) op -t.

Bij jij en bij hij/zij/het komt er géén extra -t achter.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Dat (maken) veel goed!

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

(Geven) jij veel cadeaus met Kerst?

Aantekeningen 2.8: komma

De komma staat niet aan het eind van een zin, zoals de punt, het vraagteken en het uitroepteken, maar in een zin. Komma gebruik je op de volgende plekken:

Waar hoort de komma?

Als je hier de hoek om gaat kom je bij de bushalte.

Maken en bespreken

Bespreken: opdracht 9, 10 en 12

Maken: 11, 13 en 14

Klaar?: NUMO (spelling) en Test jezelf! 2.8

Lesdoelen check

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

(Vinden) jij dat ook goed?