T4 1.2 informatieve tekst

1.2 informatieve tekst
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

1.2 informatieve tekst

Slide 1 - Slide

Vorige les
1.2 opdracht 2, 3 en 4


Slide 2 - Slide

Hoe gaat leesvaardigheid?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Meerkeuzevragen
- meestal 4 antwoordmogelijkheden --> alfabetische volgorde

Slide 4 - Slide

Stappenplan meerkeuzevragen

Slide 5 - Slide

Open vragen

Slide 6 - Slide

Tips voor verkennend lezen

Slide 7 - Slide

Maken
1.2 opdracht 5, 7, 8, 9, 10 en 11

Slide 8 - Slide

Deel 2

Slide 9 - Slide

Vorige les
Spelling

Tegenwoordig deelwoord

Slide 10 - Slide

Opbouw tekst
Inleiding - kern- slot
Inleiding - kern

Slide 11 - Slide

Functies inleiding
Inleiding kan meer dan één functie hebben

Aandacht van de lezer trekken

Slide 12 - Slide

Functies van de inleiding
- Onderwerp aangeven of beschrijven;
- Aanleiding noemen: de reden waarom de tekst geschreven is;
- Centrale vraag stellen: vraag wordt in de rest van de tekst beantwoord;
- Mening van de schrijver geven: rest van de tekst argumenten;
- Korte samenvatting
- Een of meer personen introduceren

Slide 13 - Slide

Functies van het slot
- Conclusie geven (dus, daarom, dan ook)
- Samenvatting geven (kortom, samenvattend)
- Advies geven (Het is beter... het is slim...)
- waarschuwing geven
- Toekomstverwachting uitspreken

Slide 14 - Slide

Maken
1.2 opdracht 12, 14, 15, 16 en 17

Slide 15 - Slide

deel 3

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
Je kent
- de opbouw van de kern

Slide 17 - Slide

Opbouw van de kern
Kern --> bestaat uit meerdere alinea's.
Kernzin --> belangrijkste zin uit de alinea (1e, 2e of laatste zin)


Slide 18 - Slide

Voorbeeldvraag
Welk kopje geeft het best de inhoud weer van de alinea's x en x?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Maken
1.2 opdr. 20, 21, 23, 24, 25 en 26

Slide 21 - Slide

Deel 4

Slide 22 - Slide

Vorige les
- Opbouw van de les

- Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Slide

Leerdoel
Je weet hoe je de hoofdgedachte kunt bepalen
Je kunt tekstverbanden herkennen

Slide 24 - Slide

De hoofdgedachte bepalen
 Belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
--> Hier heb je het onderwerp voor nodig.

(Onderwerp --> titel en inleiding van de tekst lezen) 

Slide 25 - Slide

Stappenplan hoofdgedachte bepalen
1 Lees de titel en de inleiding.
2 Bepaal het onderwerp van de tekst.
3 Bedenk wat de tekst je vertelt over dit onderwerp:
• Informatieve tekst? Wat is de belangrijkste informatie?
• Betogende tekst? Wat vindt de schrijver van het onderwerp?
4 Formuleer de hoofdgedachte in één zin of kies het antwoord dat de hoofdgedachte het best beschrijft.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Tekstverbanden
--> Woorden, zinnen en alinea’s van een tekst zijn met elkaar verbonden.
In een examen worden veel vragen over tekstverbanden van alinea’s gesteld.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Klassikaal tekst 7 verkennend lezen

+ opdr. 31 maken

Slide 30 - Slide

Maken (zelfstandig)
1.2: opdr. 32 (f niet) en 34 

- Tekst 'Campagne ‘Denk 2x na…’ 

Markeer/omcirkel/onderstreep de signaalwoorden
- Welke verbanden zie je tussen zinnen en alinea's?

Slide 31 - Slide

Deel 5

Slide 32 - Slide

Vorige les
- Hoofdgedachte
- Tekstverbanden

Slide 33 - Slide

Tekst 8 'Tot later'
Werkboek A blz. 37

Slide 34 - Slide

Maken (in stilte)
1.2: opdr. 36, 37, 38 en 39

Klaar?
- Kies een boek www.lezenvoordelijst.nl (15-18 jaar)
- Ga naar de mediatheek

Slide 35 - Slide

Deel 6

Slide 36 - Slide

Vorige les
1.2: opdr. 36, 37, 38 en 39

--> nakijken

Slide 37 - Slide

Het tekstdoel bepalen
Een schrijver schrijft een tekst altijd met een bepaalde bedoeling.


Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Maken
1.2 opdr. 42, 43, 44 en 45

Slide 41 - Slide