FT 1HV oppervlakte cirkel en wat herhaling

FT 1HV oppervlakte cirkel
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

FT 1HV oppervlakte cirkel

Slide 1 - Slide

Deze les
1. oppervlakte cirkel
2. start jaaroverzicht

Slide 2 - Slide

Oppervlakte cirkel

Oppervlakte cirkel = pi x straal kwadraat
Ik leg het uit!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Een paar opgaven maken
Maak opgave 50 t/m 52

Slide 5 - Slide

Dan nu een jaaroverzicht!

Slide 6 - Slide

Welk(e) ruimtefiguur/ruimtefiguren is/zijn prisma's?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz


Uit welke ruimtefiguren bestaat dit samengestelde ruimtefiguur?
A
prisma en balk
B
balk en kegel
C
piramide en cilinder
D
kegel en cilinder

Slide 8 - Quiz

Welk wiskundig ruimtefiguur?

Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
kubus
C
puzzel
D
kegel

Slide 9 - Quiz

Dit ruimtefiguur is een...….
Dit ruimtefiguur is een...
A
Kubus
B
Balk
C
Prisma
D
Bol

Slide 10 - Quiz

Van welk ruimtefiguur is dit een uitslag?
A
Kubus
B
Kegel
C
Piramide
D
Bol

Slide 11 - Quiz

Bij welke ruimtefiguur hoort uitslag C?
A
piramide
B
kubus
C
cilinder
D
balk

Slide 12 - Quiz

Van welk ruimtefiguur is dit de uitslag
A
balk
B
rechthoek
C
vierkant
D
kubus

Slide 13 - Quiz

Van welk ruimtefiguur is dit de uitslag
A
Cilinder
B
Kegel
C
Driehoek
D
Piramide

Slide 14 - Quiz

Negatieve getallen optellen
7+8
A
-1
B
1
C
-15
D
15

Slide 15 - Quiz


Negatieve getallen optellen
-16+5=
A
21
B
11
C
-11
D
-21

Slide 16 - Quiz


Negatieve getallen optellen
-84+-3=
A
87
B
81
C
-81
D
-87

Slide 17 - Quiz


Negatieve getallen optellen
-4+3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 18 - Quiz

Negatieve getallen aftrekken

-5 - -8 =
A
-3
B
3
C
-13
D
13

Slide 19 - Quiz

Negatieve getallen aftrekken

8 - -5 =
A
-3
B
3
C
-13
D
13

Slide 20 - Quiz

negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 21 - Quiz

Negatieve getallen aftrekken
78
A
-1
B
1
C
-15
D
15

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
8 + 4 x 3 =
Leerdoel V.1: Ik kan rekenen met de rekenvolgorde
A
36
B
24
C
20
D
12

Slide 23 - Quiz

Negatieve getallen vermenigvuldigen
-3 x -6 =
A
-18
B
18
C
D
-

Slide 24 - Quiz

Negatieve getallen vermenigvuldigen
-2 x 9
A
18
B
-18
C
9
D
-9

Slide 25 - Quiz

Rekenvolgorde:
Bereken deze som

(5 -2) + 4 x 3
A
15
B
25
C
21
D
33

Slide 26 - Quiz

Hoe herleid je -3x.6y
A
k.n.
B
eerst letters in alfabetische volgorde
C
eerst getallen vermenigvuldigen en de uitkomst voorop
D
eerst getallen vermenigvuldigen en de uitkomst achter de letters

Slide 27 - Quiz

Maak de zin af.
Je kunt alleen letters optellen en aftrekken als......
A
ze even groot zijn
B
ze kleiner zijn
C
ze hetzelfde zijn
D
ze groter zijn

Slide 28 - Quiz

Einde van deze les :)

Slide 29 - Slide