Opgave 3: Bijvoorbeeld: verlichting, verwarming, bewegen (treinen ect.), communiceren.
Opgave 4: Rubber, lucht, papier, glas, gedestilleerd water
Opgave 5: Ze staan stil
Opgave 6: Wanneer je het spel speelt en je raakt de draad niet aan is er
een open stroomkring, er loopt geen stroom en de bel rinkelt niet.
Wanneer je de draad wel aanraakt is er een gesloten stroomkring
(zie afbeelding) en rinkelt de bel.
Opgave 7: De stroom gaat niet door de lucht, hij geleid dus slecht, dus het is een isolator.
Opgave 8: De batterij moet aan twee kanten worden aangesloten. Nu zitten beide draadjes aan één kant. Er is nu geen stroomkring waar de batterij in zit.