leer signaalwoorden en examenidioom ( lijsten staan in Teams)
Maak zoveel mogelijk oude examenvragen( lijst met websites staat in Teams)
Leer leesstrategieën
Oefen in het examentrainingboekje en met de PowerPoint van Hos (Teams)
examentraining 2023 TV II
hos
1 / 45
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4
This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoe kun je je voorbereiden op het eindexamen?
leer signaalwoorden en examenidioom ( lijsten staan in Teams)
Maak zoveel mogelijk oude examenvragen( lijst met websites staat in Teams)
Leer leesstrategieën
Oefen in het examentrainingboekje en met de PowerPoint van Hos (Teams)
examentraining 2023 TV II
hos
Slide 1 - Slide
Examentraining Engels 2023 tv 2 Engels
hos
by: Yvonne Elzinga
Wat is het doel van deze examentraining?
tekstsoorten herkennen
skimmen en scannen( snel een antwoord vinden ipv de hele tekst lezen)
signaalwoorden herkennen
woordenschat uitbreiden
examenstress verminderen = kennis is macht
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Open question
Wat betekent:
1. replica
2. 'merch'
3. features
4. hostile
wat is het hele werkwoord van 'drew' en wat betekent het?
Slide 5 - Open question
Kies nooit het eerste antwoord, kijk naar de context. In dit geval gaat het om de gelaatstrekken van de replica baby
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Open question
Na signaalwoord however staat het antwoord op vraag 1.
1. D
Na signaalwoord but staat dat internationale samenwerking tot oplossing van de inbraak heeft geleid.
2. C
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Open question
Lees bij dit soort vragen de tekst, met name de laatste alinea. Deze geeft uitleg hoe tatoeëren werkt en eindigt met de vraag of het pijn doet. Zoek nu naar een beginstukje dat hierop aansluit. Does it hurt yes a little.
1. Markeer de 3 eerste woorden van de alinea's.
2. Kijk of je ze begrijpt. For instance is een voorbeeld signaalwoord, Fortunately ( gelukkig) borduurt door op iets wat in een eerdere alinea is gezegd. What's more is een signaalwoord (bovendien of daarnaast).
3. Lees dan verder. Sluit het aan, gaat het over hetzelfde onderwerp waarmee de 1e alinea is geëindigd? Het woordje this procedure verwijst terug naar de laatste zin van alinea 1 dus C.
Volg nu dezelfde stappen bij C om de volgende te vinden. wat is de laatste zin? en wat sluit daarop aan?
C legt uit dat elke cultuur andere redenen heeft om te tatoeëren. For Instance geeft een voorbeeld aan, die sluit dus mooi aan op die laatste zin van C, want gaat door met uitleg waarom mensen een tattoo nemen, maar eindigt door te zeggen dat mensen soms spijt hebben 'will you always....perhaps not? dus de beste aansluiting is dan B want die legt uit dat je tegenwoordig je tattoo ook kunt laten weg laseren.
4. C-A-B
Slide 11 - Slide
Wat betekent:
1. attractive
2. authentic
3. awkward
4. educational
5. profitable
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Open question
5. A het gaat in dit artikel vooral om dat kunst leuk moet zijn, niet winstgevend. Ook niet dat het hun taak is om mensen iets te leren.
6. A influencers zijn vaak gelinkt aan een merk en dat is niet de insteek, het gaat om fun...en om te proberen om meer jonge mensen naar het museum te krijgen
7. alinea 2 aanpak:
zoek en markeer de zin uit de vraag in de tekst ( groen) dit zegt weer iets over fun en dat wordt in alinea 2 voor het eerst genoemd,
Slide 14 - Slide
Schrijf signaalwoorden op uit tekst 1
Slide 15 - Open question
Wat neem je mee voor je examen Engels?
Slide 16 - Open question
Leesstrategieën
Voorspellen aan de hand van de plaatjes en de titel.
Skimmen
Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws
Oefen met examenteksten - examenbundel of examenblad.nl
Scannen
Vergelijk woorden met andere talen.
Lijkt het op een ander Engels woord?
Voorvoegsels.
Formuleer eerst je eigen antwoord
Eerst tekst lezen of eerst vragen lezen?
Slide 17 - Slide
vertaal de volgende (signaal)woorden
()
Slide 18 - Slide
also
Slide 19 - Open question
furthermore
Slide 20 - Open question
because
Slide 21 - Open question
although
Slide 22 - Open question
for instance
Slide 23 - Open question
then again
Slide 24 - Open question
what's more
Slide 25 - Open question
still
Slide 26 - Open question
unless
Slide 27 - Open question
eventually
Slide 28 - Open question
however
Slide 29 - Open question
that's why
Slide 30 - Open question
hostile
A
vriendelijk
B
gastvrouw
C
vijandelijk
D
hostal
Slide 31 - Quiz
purpose
A
opzettelijk
B
doel
C
misschien
D
alhoewel
Slide 32 - Quiz
profitable
A
profijt
B
winst
C
rendabel
D
winstgevend
Slide 33 - Quiz
achieve
A
werken
B
instemmen met
C
bereiken
D
het is maar goed dat
Slide 34 - Quiz
burglary
A
burger
B
burgemeester
C
inbraak
D
inbreker
Slide 35 - Quiz
interact
A
communiceren
B
aantrekken
C
intern
D
interactief
Slide 36 - Quiz
mayor
A
burgemeester
B
majoor
C
enorm
D
mager
Slide 37 - Quiz
develop
A
ontwikkelen
B
aantrekken
C
duidelijk
D
opvoeding
Slide 38 - Quiz
increase
A
vergroten
B
afname
C
oplossing
D
toename
Slide 39 - Quiz
violence
A
vriendelijk
B
onderzoek
C
geweld
D
in elkaar slaan
Slide 40 - Quiz
average
A
op leeftijd
B
oudere
C
bos
D
gemiddelde
Slide 41 - Quiz
(to) increase
A
kreukels
B
verminderen
C
verhogen
D
vergroten
Slide 42 - Quiz
common
A
computerprogramma
B
website
C
forens
D
gewoon
Slide 43 - Quiz
Nou??? Hoeveel wist je er?
Wist je er niet zoveel, dan doe je er goed aan om deze woorden te leren.