ACT 2 JE HOORT ALTIJD ERGENS BIJ

ACT 2 JE HOORT ALTIJD ERGENS BIJ
ACTIVITEIT 2
JE HOORT ALTIJD ERGENS BIJ
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WOLager onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

ACT 2 JE HOORT ALTIJD ERGENS BIJ
ACTIVITEIT 2
JE HOORT ALTIJD ERGENS BIJ

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

De gelijkgestemden (bij
wie de eigenschap past en die dus de handen aan het hoofd hebben) gaan
bij elkaar staan. Op jouw signaal gaan de groepjes weer uit elkaar. Dan
noem je een volgend kenmerk.
  • Mijn lievelingskleur is rood.
  • Mijn lievelingsseizoen is de de lente.
  • Ik heb één of meer broers.
  • Ik ben al eens in een ander land op vakantie geweest.
  • Ik ben bij een jeugdbeweging
  • ...
Ik draag een bril.
ja
nee

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Ik ben enig kind.
ja
nee

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Ik ben sportief.
ja
nee

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Ik spreek thuis (ook) een andere taal.
ja
nee

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Ik ben slordig.
ja
nee

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

Ik ben een dierenvriend.
ja
nee

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Ik ben handig.
ja
nee

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Tijdens deze activiteit staan we stil bij groepsvorming.

We maken allemaal deel uit van verschillende groepen. 

Groepen kunnen veel bereiken door samen te werken. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat viel jullie op bij de eerste oefening qua groepen?

Slide 11 - Slide

De groepen wisselden steeds. Groepen vormen zich door gemeenschappelijke kenmerken. Daardoor bestaat niet elke groep uit dezelfde leden.
Welke groepen kennen jullie?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

ws.p.7

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Leerlingen verdelen in teams van 4. Ze gaan bij elkaar zitten en blijven tot het einde van de les bij hun team zitten. 
Geef hen de opdracht om na te denken over de voordelen en de nadelen van een groep.
Voordelen van een groep

Slide 15 - Mind map

gezellig, gelijkgestemden, vrijetijdsbesteding, een mening doordrukken, erbij horen, samenwerking...
nadelen van een groep

Slide 16 - Mind map

er is een leider, groepsdruk, ruzies, je het vaak niet op je eentje...
ws.p.7

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 18 - Slide

Per team krijgen de leerlingen een stuk touw, twee wasknijpers, een wit blad en een potlood. De teams hangen het blad papier met de wasknijpers aan het touw en maken een potloodtekening (zonder het blad neer te leggen)

Dat lukt enkel als de leden van het team samenwerken: twee leerlingen houden het touw vast, een derde bevestigt het blad met de wasknijpers aan het touw en de tekent, de vierde houdt het blad onderaan strak zodat het tekenen lukt. 
ws.p.8

Slide 19 - Slide

Besluit: Door samen te werken kun je veel meer bereiken.

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Wat gebeurt er op de foto?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er op de foto?

Wat weet je over de regels die in deze situatie gelden?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er op de foto?

Wat weet je over de regels die in deze situatie gelden?

Wat zou het gevolg kunnen zijn?

Slide 25 - Slide

 deel uitmaken van een groep is niet
geheel vrijblijvend. Er zijn regels waar je je aan moet houden. Je moet je
aanpassen om erbij te horen. Groepsleden die zich niet aan de regels
houden, lopen het risico dat men ze uit de groep zet.
De teams bekijken de foto’s van verschillende groepen in de werkbundel.
Wat moet je doen om deel uit te maken van de groepen? De leerlingen
denken per twee na over de foto’s. Bespreek ze vervolgens klassikaal.
ws.p.8

Slide 26 - Slide

Wat moet je doen "om er bij te horen?"

Slide 27 - Slide

verschillende groepen bestaan niet uit dezelfde leden. 
Iedereen maakt deel uit van verschillende groepen. 
Een groep kan meer bereiken door samen te werken.