Evolutie en geologie

Door wie is de evolutietheorie bedacht?
A
Charles Darwin
B
Albert Einstein
C
Alfres Russel Wallace
D
Sigmund Freud
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Door wie is de evolutietheorie bedacht?
A
Charles Darwin
B
Albert Einstein
C
Alfres Russel Wallace
D
Sigmund Freud

Slide 1 - Quiz

Welke populatie heeft de grootste overlevingskans?
A
Alle mannetjes zijn groot
B
Alle vrouwtjes hebben schutkleur
C
Alle mannetjes zijn sterk
D
Ieder individu is anders

Slide 2 - Quiz

In welke tijd is de evolutietheorie bedacht?
A
ongeveer in het jaar 1750
B
ongeveer in het jaar 1800
C
ongeveer in het jaar 1850
D
ongeveer in het jaar 1900

Slide 3 - Quiz

Is dit een voorbeeld van natuurlijke selectie of isolatie?
A
Natuurlijke selectie
B
Isolatie

Slide 4 - Quiz

Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?

A
hoe fit je bent
B
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we het als twee populaties van elkaar gescheiden raken door een natuurlijke oorzaak?
A
Isolatie
B
Evolutie
C
Natuurlijke selectie
D
variatie in genotype

Slide 6 - Quiz

Wanneer heeft een soort de grootste overlevingskans?
A
Als er geen variatie in genotype en fenotype is
B
Als er wel variatie in genotype en fenotype is

Slide 7 - Quiz

Wanneer heeft een organisme de beste overlevingskans?
A
een sterk dier
B
een best aangepast dier
C
een dier met voldoende vetreserves
D
een snel dier

Slide 8 - Quiz

                                                                                                  De evolutie theorie in het kort: (kies 4 van de 8 opties)

Variatie in genotypen ontstaat bij ................................   voortplanting.

Daardoor is het genotype van individuen van dezelfde soort 


......................................... precies hetzelfde.

De eigenschappen van individuen van één soort zijn daardoor 


............................................precies hetzelfde.

Eigenschappen waardoor een individu een grotere overlevingskans heeft, worden ...................................... doorgegeven aan nakomelingen. 


geslachtelijke
ongeslachtelijke
altijd
altijd
nooit
nooit
minder vaak
vaker

Slide 9 - Drag question

Zet de verwantschap tussen soorten van minst naar meest:
maki en mens
chimpansee en mens
orang-oetan en mens
Apen van de oude wereld en mens

Slide 10 - Drag question

Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
alleen de best aangepaste nakomelingen overleven en kunnen zich voortplanten
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Verwantschap
Variatie
Selectie

Slide 11 - Drag question

Allereerst verdelen we een geologische tijdschaal in

Slide 12 - Open question

Vervolgens worden de tijdperken in een geologische tijdschaal verdeelt in

Slide 13 - Open question

Hoe lager je kijkt in een geologische tijdschaal hoe .... geleden de veranderingen zijn geweest.
A
korter
B
langer

Slide 14 - Quiz

Bij het ontstaan van de aarde ontstonden ook de eerste simpele levensvormen
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Het leven op aarde begon in het water
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Het eerste leven op aarde waren
A
planten
B
bacteriën
C
schimmels
D
zoogdieren

Slide 17 - Quiz

 Vul de tekst aan.
geloven dat de
afstammen van andere
Zo'n langzame
noemen we 
................................
..........................
....................
..................
................
ontwikkeling
diersoorten
evolutie
biologen
mensen

Slide 18 - Drag question

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie

Slide 19 - Quiz

Wat is een fossiel?
A
Beide
B
Het skelet
C
De afdruk van de poot
D
Geen van beide

Slide 20 - Quiz

Mark heeft onderzoek gedaan naar gesteentelagen en heeft zijn bevindingen weergegeven in een afbeelding (rechts). Zet de verschillende fossielen op volgorde van oudst naar jongst
jongst
oudst

Slide 21 - Drag question

Kijk goed naar de plaatjes. Welk dier hoort bij welk fossiel? Sleep het juiste dier naar de bijpassende fossiel! 

Slide 22 - Drag question

Dit is een beschrijvingen van een fossiel.                        sleep ze in het juiste vakje.    
Juist
onjuist
een versteend organisme
Een versteende afdruk van een plant

Een mug in barnsteen (versteend hars) 

Slide 23 - Drag question

Hoeveel jaar geleden is het leven op aarde ontstaan?
A
1,5 miljard jaar geleden
B
3,5 miljard jaar geleden
C
4,5 miljard jaar geleden
D
6 miljard jaar geleden

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video