Grammar: adjectives and adverbs

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welcome! 

** vocabulary 

*grammar bijwoord & bijvoeglijk naamwoord

Wat betekent
"to have a light-bulb moment"

1. Het licht gaat aan
2. De lamp is kapot
3. Een moment van inspiratie hebben
4. Ergens voor bedanken

Hoe heb je het gedaan?

1. Alles goed
2. meer dan de helft goed
3. minder dan de helft goed

Complete the next sentence:
They ...... that he is the ...... of his team. The team reach a ...... score of +20.

1. realise, top scorer, final
2. realise, natural, previous
3. repeat, purchase, natural
4. charge, top scorer, tool

Kies het juiste woord:
I'm going to put the money
into my ........

1. furniture
2. note book
3. bank account
4. keyboard

An other word for
'feeling sick on a boat'

1. unpredictable
2. cool down
3. recharge
4. seasickness

Choose the wright word:
Cars are made in a .......

1. wallpaper
2. purchase
3. creature
4. factory

Wat is het Engels woord voor
poort

1. invention
2. gate
3. test
4. progress

An other word for
"a good plan to win a game"

1. to have a strategy
2. to have an invention
3. to have knowledge
4. to have an item

Complete the sentence:
A hamer is a ...........

1. showcase
2. tool
3. winner
4. creature

Adjective or adverb?
She is a beautiful person.

1. Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
2. Adverb (bijwoord)

Hoe zeg je in het Engels:
Dus dat is hij van plan.

1. To raise his game
2. So that's his game.
3. He is new to this game.
4. To toy with an idea

Vandaag...

Vandaag gaan we naar de adjectives and adverbs
(bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden) kijken.

Doel: - je weet je het verschil tussen een adjective en adverb 

            - je weet wanneer deze te gebruiken

Geef voorbeelden van
een zelfstandig naamwoord

Zelfstandig & bijvoegelijk naamwoord...

Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Het mooie meisje

De knappe jongen

een blauwe stoel

Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

bijvoegelijk naamwoord - adjective...

Wanneer gebruik je een bijvoeglijk naamwoord?
Basisregel:

een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.    

A beautiful car. ("beautiful" zegt iets over "the car".)
Een bijvoeglijk naamwoord hoef je niet te veranderen, je kunt het zo overschrijven.
 

bijwoord- adverb...

Wanneer gebruik je een bijwoord?

Basisregel: een bijwoord zegt iets over een werkwoord

(actie in de zin).

Madonna sings beautifully. ("beautifully" zegt iets over "sings".)

Hoe maak je een bijwoord?

Uitzondering - 1 -

Let op!

Er zijn onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden 

He is a good singer   vs He sings well 

He drives a fast car   vs He drives fast

The rope is long          vs It took long to finish the assignment 

Uitzondering - 2 -

Let op!

Bij de volgende werkwoorden gebruik je een bijvoeglijk naamwoord en niet een bijwoord. 

To be          = zijn                                           To smell     = ruiken

To seem    = lijken                                       To sound   = klinken

To feel        = voelen                                    To taste      = proeven

To look       = kijken / eruit zien

Adjective or adverb?
She sings beautifully.

1. Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
2. Adverb (bijwoord)

Adjective or adverb?
She looks nice.

1. Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
2. Adverb (bijwoord)

https:

Ik weet het verschil tussen een adverb en adjective en kan deze toepassen.

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. met hulp

Huiswerk

Maak online:  Test yourself

Heb je een score lager dan 55 %,

dan neem je alles nog een keer goed door en 

maak je ook de 2de test yourself