Woordenschat H5 deel 1: Zoek een bekend woorddeel

Woordenschat H5 deel 1: Zoek een bekend woorddeel
Welkom 1 mavo. 
Volg het stappenplan, dan maken we er een goed les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, leesboek (1mb) en je laptop.
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam.
Stap 4: Beantwoord de startvraag: Wat betekent het woord: asociaal?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordenschat H5 deel 1: Zoek een bekend woorddeel
Welkom 1 mavo. 
Volg het stappenplan, dan maken we er een goed les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, leesboek (1mb) en je laptop.
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam.
Stap 4: Beantwoord de startvraag: Wat betekent het woord: asociaal?

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan de betekenis van een woord raden m.b.v. een bekend woorddeel.
Hoe gaan we dat bereiken?
  • 1ma: Pitch.  1mb: Lezen
  • Check huiswerk
  • Mondelinge overhoring H4 helemaal
  • Uitleg: bekend woorddeel
  • Oefenen
  • Huiswerk 128- 130: Opdr. 1 t/m 4 + leren woordenlijst H3+H4+H5 t/m onbegaanbaar

Slide 2 - Slide

Pitch/Lezen
1ma: Pitch van: Hedzer en Wytze
1ma: Vrijdag 22 maart: Nieuw leesboek meenemen.

1mb: Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Check huiswerk opdr. 5 nr 1 en 2
1. toename = de groei
2. gering = klein
3. streef ernaar = proberen
4. imago = beeld
5. welgestelden = de rijken
6. gaan overstag =  gemakkelijk overgehaald worden
7. irrealistisch = niet realistisch
8. complex = ingewikkeld, moeilijk

Slide 4 - Slide

Vervolg opdracht 5 nr 3 en 4
nr 3: 
Betaalbare = onbetaalbare
realistische = irrealistische
sportieve = asportief

nr 4: zorgt voor een grote aantrekkingskracht

Slide 5 - Slide

Opdracht 6
a. broodmager - moddervet
b. steenrijk - straatarm
c. spierwitte - gitzwarte
d. loodzware - vederlichte
e. peperdure - spotgoedkope
f. bloedhete - ijskoude
g. springlevende - morsdode
h. foeilelijke - bloedmooie

Slide 6 - Slide

Opdracht 7 
Opdracht 7
1. vroeg of laat.
2. water en vuur zijn
3. na veel plussen en minnen
4. er niet warm of koud van worden


Slide 7 - Slide

Opdracht 8
Opdracht 8:
1. bijzonder, want de anderen betekenen gewoon
2. arm, want de andere woorden hebben met rijkdom te maken.
3. gewoon, de andere woorden betekenen hoe speciaal het is.
4. simpel, dat is het tegenovergestelde van moeilijk
5. veilig, dat is het tegenovergestelde van gevaarlijk
6. klein, want riant betekent ook groot.

Slide 8 - Slide

Opdracht 9
1. imago
2. prijzig
3. gevorderde
4. riskant
5. minuscuul
6. complex
7. mentaal
8. ijverig

Slide 9 - Slide

Mondelinge overhoring
Welke leerlingen krijgen vijf woorden? Drie daarvan moeten goed zijn.

Slide 10 - Slide

Zoek een bekend woorddeel
Een bekend woorddeel: Een deel van een woord waar je de betekenis van weet.
Hoe ziet dat eruit?
Samengestelde woorden: boomstam
Voorvoegsel: ongezond. on- = niet. Ongezond betekent niet gezond.
Achtervoegsel: dagelijks. - lijks = elke. Dagelijks betekent elke dag.
Zoek dus naar de woorden die je wel kent. Kijk anders naar het voorvoegsel of achtervoegsel.

Slide 11 - Slide

Wat betekent wan- in het woord--> wangedrag?

Slide 12 - Open question

Wat betekent het voorvoegsel mis- in het woord: Mislukken?

Slide 13 - Open question

Wat betekent het woord: gedachteloos?

Slide 14 - Open question

Aan de slag
Wat: Maken Opdracht 1 t/m 4 op blz. 128-130. 
Leren: woordenlijst H3+H4+H5 t/m onbegaanbaar
Hoe: Je overlegt fluisterend.
Tijd: Tot het einde van de les
Hulp: De docent loopt rond voor vragen.
Klaar: Lezen! (1ma nieuw boek halen)

Slide 15 - Slide