Inkomstenbelasting

1 / 61

Slide 1: Slide

BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4,5

This lesson contains 61 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aftrekposten

Van de overheid zijn er bepaalde zaken die je van je inkomen mag afhalen zodat je minder belasting hoeft te betalen.

Dit noem je aftrekposten.

Voorbeelden hiervan zijn pensioenpremie, bepaalde scholingskosten en de belangrijkste is hypotheekrente.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Voorbeeld 1

Oumaima heeft een brutojaarinkomen van € 36.000,-

Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%.

Bereken haar belastbaarinkomen.

Bruto jaarinkomen € 36.000,-

Aftrekpost € 250.000,- x 0,045 = € 11.250,- -

Belastbaar inkomen € 24.750,-

Slide 31 - Slide

Nog meer voorbeelden:

Slide 32 - Slide

Schijventarieven.

Slide 33 - Slide

Rekenschema

Belastbaarinkomen

Schijf 1 (max € 19.645) - x 0,3625 = .............

over

Schijf 2. (max € 13.991) - x 0,42 = ...............

over

Schijf 3. (max € 22.895) - x 0,42 = ................

over

Schijf 4. (onbeperkt) - x 0,52 = ................. +

€ 0 Belasting

Slide 34 - Slide

Voorbeeld 2

Zara heeft een belastbaarinkomen van € 15.000,-

Bereken hoeveel belasting ze moet betalen.

Slide 35 - Slide

visueel

Slide 36 - Slide

In het schema € 15.000

Belastbaarinkomen € 15.000,-

Schijf 1 (max € 19.645) € 15.000,- - x 0,3625 = € 5.437

over € 0,-

Schijf 2. (max € 13.991) € 0,- - x 0,42 = € 0,-

over. € 0,-

Schijf 3. (max € 22.895) € 0,- - x 0,42 = € 0,-

over € 0,-

Schijf 4. (onbeperkt). € 0,- - x 0,52 = € 0,- +

€ 0 Belasting: € 5.437

Slide 37 - Slide

Voorbeeld 3

Taha heeft een belastbaar inkomen van € 30.000,-

Bereken hoeveel belasting Taha moet betalen?

Slide 38 - Slide

Visueel

Slide 39 - Slide

In het schema € 30.000

Belastbaarinkomen € 30.000,-

Schijf 1 (max € 19.645) € 19.645,- - x 0,3625 = € 7.121

over € 10.355,-

Schijf 2. (max € 13.991) € 10.355,- - x 0,42 = € 4.349,-

over. € 0,-

Schijf 3. (max € 22.895) € 0,- - x 0,42 = € 0,-

over € 0,-

Schijf 4. (onbeperkt). € 0,- - x 0,52 = € 0,- +

€ 0 Belasting: € 11.470,-

Slide 40 - Slide

Voorbeeld 4

Suzanne heeft een belastbaar inkomen van € 43.000,-

Bereken hoeveel belasting Suzanne moet betalen.

Slide 41 - Slide

Visueel

Slide 42 - Slide

In het schema € 43.000

Belastbaarinkomen € 43.000,-

Schijf 1 (max € 19.645) € 19.645,- - x 0,3625 = € 7.121

over €23.355,-

Schijf 2. (max € 13.991) € 13,991,- - x 0,42 = € 5.876,-

over. € 9.364,-

Schijf 3. (max € 22.895) € 9.364,- - x 0,42 = € 3.932,-

over € 0,-

Schijf 4. (onbeperkt). € 0,- - x 0,52 = € 0,- +

€ 0 Belasting: € 16.929,-

Slide 43 - Slide

Voorbeeld 5

Rens heeft een belastbaar inkomen van € 70.000,-

Bereken hoeveel belasting Rens moet betalen.

Slide 44 - Slide

Visueel

Slide 45 - Slide

In het schema € 70.000

Belastbaarinkomen € 70.000,-

Schijf 1 (max € 19.645) € 19.645,- - x 0,3625 = € 7.121

over €50.355,-

Schijf 2. (max € 13.991) € 13,991,- - x 0,42 = € 5.876,-

over. € 36.364,-

Schijf 3. (max € 22.895) € 22.895,- - x 0,42 = € 9.615,-

over € 13.469,-

Schijf 4. (oneindig). € 13.469,- - x 0,52 = € 7.003,- +

€ 0,- Belasting: € 29.615,-

Slide 46 - Slide

Samenvattende stappen

Je berekent hoeveel het belastbaarinkomen (bruto inkomen - aftrekposten) is.
Je verdeelt het belastbaarinkomen over de schijven en rekent uit hoeveel belasting er moet worden betaald

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

Inkomstenbelasting

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

More lessons like this