Afweer les 3

12.3 
Specifieke afweer
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

12.3 
Specifieke afweer

Slide 1 - Slide

'Een vaccin werkt alleen tegen een virus'
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

'bij vaccinatie krijg je antistoffen ingespoten'
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

'een vaccin tegen mazelen is alleen effectief tegen het mazelenvirus'
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

'als je gevaccineerd bent tegen Covid19 kan het virus je lichaam niet meer binnenkomen'
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

= Specifiek!
= Specifiek!
Leren!

Slide 6 - Slide

Antistofproducerende cel + tumorcel = gefuseerde cel die deelt én antistoffen produceert
Leren!

Slide 7 - Slide

3

Slide 8 - Video

00:16
'Antibodies' & 'Proteins'
 Antibodies= Antistoffen = antilichamen
(is hetzelfde)
Proteins = proteïnen = eiwitten
(die bestaan uit aminozuren, weet je nog?)

Slide 9 - Slide

00:42
Antistoffen 'markeren' dus ziekteverwekkers, zodat ze makkelijker op te eten zijn. Welk type cel 'eet' ziekteverwekkers op?

Slide 10 - Open question

02:44
Antistoffen zijn specifiek. Wat betekent dat?
A
Ze werken alleen tegen kanker
B
Ze werken tegen één soort ziekteverwekker
C
Geen één antistofmolecuul is hetzelfde
D
Ze werken tegen allerlei ziekteverwekkers

Slide 11 - Quiz

Hoe werd antiserum (bloedplasma met antistoffen) in 1960 gemaakt?

Slide 12 - Open question

Monoklonale antistoffen hebben geen effect, wanneer...
A
je een bacterie hebt die antibiotica resistent is geworden
B
virussen niet goed bestreden worden door je lichaam
C
je ze inslikt in plaats van inspuit
D
je een giftige slangenbeet hebt opgelopen

Slide 13 - Quiz

Hoeveel verschillende antistoffen kan één witte bloedcel maken?
A
1
B
2
C
best veel
D
witte bloedcellen maken geen antistoffen

Slide 14 - Quiz

Waarom kan je antistoffen niet slikken en antibiotica wel?

Antistoffen zijn eiwitten. En die worden verteerd in je maag en darmen, er blijven alleen nog aminozuren over.

Antibiotica bestaan meestal uit kleine stofjes die niet verteerd worden maar meteen opgenomen in de darm.

Slide 15 - Slide

Antibiotica
Antibiotica gebruik je bij ernstige bacteriele infecties. 
Remt: verdubbeling DNA, vorming celwand, eiwitsynthese, enzymwerking
en breekt celmembraan af. 

Ook slecht voor 'goede' bacterien.
En zorgt voor resistentie ->

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Leren!

Slide 19 - Slide

T-cel
B-cel
T-lymfocyt

productie
beenmerg

rijping
thymus

B-lymfocyt

productie
beenmerg

rijping
beenmerg

T-cellen ruimen (met virus geïnfecteerde) EIGEN lichaamscellen op
B-cellen maken antistoffen tegen ziekteverwekkers
Lymfocyten zijn 'antigeen specifiek'. Ze zijn getraind om maar slechts 1 specifiek antigeen te herkennen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Lymfeknopen, zoals keel- en neusamandelen en milt.

                     Beenmerg

B-lymfocyten       T-lymfocyten

lymfeknopen         thymus

                                  lymfeknopen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Binas Tabel
???

Slide 24 - Slide

Leren!

Slide 25 - Slide

MHC II
Dit molecuul is een 'uithangbord' waarop stukjes ziekteverwekker (antigenen) worden vastgemaakt. 
De T-helpercel weet zo dat deze ziekteverwekker in het lichaam zit en kan de juiste delen van het immuunsysteem gaan stimuleren.

Slide 26 - Slide

Dit doen antistoffen:

Slide 27 - Slide

(Dit is de Jip-en Janneke versie)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Specifieke/Verworven afweer


Stamcellen uit rode beenmerg ontwikkelen in beenmerg --> B-lymfocyt

Stamcellen uit rode beenmerg naar thymus --> T-lymfocyt



De HAVO-versie

Slide 30 - Slide

Fagocyt presenteert antigeen aan B- en T-lymfocyten in lymfeklieren


Stamcellen uit rode beenmerg ontwikkelen in beenmerg --> B-lymfocyt

Stamcellen uit rode beenmerg naar thymus --> T-lymfocyt



Slide 31 - Slide

Specifieke/Verworven afweer


Stamcellen uit rode beenmerg ontwikkelen in beenmerg --> B-lymfocyt

Stamcellen uit rode beenmerg naar thymus --> T-lymfocyt



geactiveerde B- en T-lymfocyten (o.a. T-Helpercellen) gaan delen en hun taak uitvoeren

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Leren!

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Leren!

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Wat moet je kunnen als je 12.3 hebt bestudeerd:

Slide 42 - Slide

Wat moet je kunnen als je 12.3 hebt bestudeerd:

Slide 43 - Slide

Extra: het complement systeem
Hoe je in je bloed ook nog eiwitten hebt die bacteriën aanvallen

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video