What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
37 Woordsoorten
Pak je spullen
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Pak je spullen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Opdr. 1 op blz. 69 bespreken. 10 min.
Door naar nieuwe stof: grammatica woordsoorten: Korte aantekening. 10 min.
Aan de slag met opdr. 29 t/m 33 op blz. 34+35. 15 min
Afronding. 5 min.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Benoem het onderstreepte woord.
Het wil maar niet lukken.
_________
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Quiz
Wat voor soort woord is de in:
In de zomer kan de temperatuur in Dubai oplopen tot 45 graden.
__
__
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 10 - Quiz
Wat voor soort woord is dag in:
Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig
___
___
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Quiz
Wat voor soort woord is heb in:
Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig
___
___
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Quiz
Wat voor soort woord is regenpak in:
Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig
_________
________
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Quiz
Aan de slag!
Maak opdr. 29 t/m 33 op blz. 34+35. HUISWERK.
Slide 14 - Slide
Pak je spullen en je leesboek en ga lezen.
Slide 15 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Boek lezen. 15 min.
O
pdr. 29 t/m 33 nakijken. 10 min.
Korte aantekening. 5 min.
Aan de slag met opdr. 34 + 37 op blz. 36+37. 5 min
Afronding. 5 min.
Slide 16 - Slide
Benoem het onderstreepte woord.
Het wil maar niet lukken.
_________
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quiz
Wat voor soort woord is de in:
In de zomer kan de temperatuur in Dubai oplopen tot 45 graden.
__
__
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Quiz
Wat voor soort woord is dag in:
Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig
___
___
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Quiz
Wat voor soort woord is heb in:
Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig
___
___
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Quiz
Wat voor soort woord is regenpak in:
Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig
_________
________
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Een voorzetsel...
A
geeft plaats, tijd of reden/oorzaak aan
B
staat altijd aan het begin van de zin
C
zet je voor een zelfstandig naamwoord
D
wijst een werkwoord aan
Slide 23 - Quiz
Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
op, vanwege, met
C
mooi, klein, blauw
D
negen, twee derde, weinig
Slide 24 - Quiz
Aan de slag!
Aan de slag met opdr. 34 + 37 op blz. 36+37. HUISWERK.
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Week 14 les 2- woordsoorten
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Week 14- woordsoorten
April 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Week 14- woordsoorten
April 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 42 - 2.5 en 2.7 - herhaling
December 2023
- Lesson with
18 slides
Talent 5 - Thema 7, les 15
April 2024
- Lesson with
34 slides
Taal
Lager onderwijs
Les 4: Kritisch en intensief kijken naar media
August 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Week 46 1HV Frans
November 2018
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
36 Fictie
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2