36-1,2: Persoonvorm herhalen en onderwerp

Persoonsvorm en onderwerp
Doel van de les:
We herhalen kort de persoonsvorm.
Aan het eind van de les kun je het onderwerp in een zin vinden.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolMiddelbare schoolGroep 8

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Persoonsvorm en onderwerp
Doel van de les:
We herhalen kort de persoonsvorm.
Aan het eind van de les kun je het onderwerp in een zin vinden.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Persoonsvorm
  • maak de zin vragend (= de vraagproef)
  • verander de zin in een andere tijd (=de tijdproef)
  •  verander de hoeveelheid in de zin (=de getalproef)

Slide 3 - Slide

Nu jij: wat is de persoonsvorm?
De kippen lopen door de tuin.

Slide 4 - Open question

persoonsvorm?
Ik zit achter mijn computer.

Slide 5 - Open question

persoonsvorm?
Gisteren heb ik televisie gekeken.

Slide 6 - Open question

Ik kan nu de persoonsvorm vinden.
A
nee
B
ja

Slide 7 - Quiz

Onderwerp
  • wie of wat + persoonsvorm / wie of wat doet iets?
  •  zoek de pv en verander van getal: het deel dat mee verandert is het ow.

Slide 8 - Slide

onderwerp?
Het is heel koud buiten.

Slide 9 - Open question

onderwerp?
De auto's razen langs.

Slide 10 - Open question

onderwerp?
Heb jij thuis een hele grote hond?

Slide 11 - Open question

Is die stad zo groot?

Slide 12 - Open question

Vanavond eten wij pasta.

Slide 13 - Open question

Gaat jouw nicht morgen mee?

Slide 14 - Open question

Ik kan nu het onderwerp vinden.
A
nee
B
ja

Slide 15 - Quiz