persoonsvorm herhaling

De persoonsvorm vinden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

De persoonsvorm vinden

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm: het belangrijkste werkwoord in de zin.

Slide 2 - Slide

3 manieren
- De tijdproef
- De vraagproef
- De getalproef

Slide 3 - Slide

Tijdproef
1.  In welke tijd staat de zin?
2. Verander de zin naar de 
     andere tijd.
3. Het werkwoord dat veranderd is de persoonsvorm!

Slide 4 - Slide

Hij loopt nu naar huis

Slide 5 - Slide

Hij loopt nu naar huis
Hij liep gisteren naar huis

Slide 6 - Slide

Vraagproef
1. Maak de zin vragend
2. Het werkwoord dat vooraan staat is de persoonsvorm

Slide 7 - Slide

Wij liepen richting de bios

Slide 8 - Slide

Wij liepen richting de bios
Liepen wij richting de bios?

Slide 9 - Slide

Getalproef
1. Staat de zin in meervoud of enkelvoud?
2. Verander de zin naar de andere vorm.
3. Het werkwoord dat veranderd is de persoonsvorm!

Slide 10 - Slide

Ik luister niet goed

Slide 11 - Slide

Ik luister niet goed
Wij luisteren niet goed

Slide 12 - Slide

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
Voorbeeld getalproef, tijdproef en vraagproef

Sam loopt graag met zijn hond.

Slide 13 - Slide

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
Voorbeeld getalproef, tijdproef en vraagproef
Sam loopt graag met zijn hond.
Wij lopen graag met zijn hond.
Sam liep graag met zijn hond.
Loopt Sam graag met zijn hond?

Slide 14 - Slide