• begrijp je hoe
jager-verzamelaars leefden en kun je voorbeelden geven
van hun middelen van bestaan;
• weet je wat zelfvoorzienend betekent en kun je voorbeelden geven van
werktuigen van jager-verzamelaars;
• weet je wat een samenleving is;
• weet je wat een archeoloog is en kun je uitleggen wat een archeoloog doet.