Caesar vragen na tekst 22

Caesar vragen na tekst 22
1 / 30
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Caesar vragen na tekst 22

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

programma
Herhalen werkwoord indicativus
Caesar cultuur
----------------------------------
morgen: 1e les leren, 2e les toets (iets korter gemaakt)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amabas
A
jij bemint
B
jij beminde
C
jij hebt bemind
D
jij had bemind

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amavit
A
jij bemint
B
jij beminde
C
jij hebt bemind
D
jij had bemind

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amaverat
A
jij bemint
B
jij beminde
C
jij hebt bemind
D
jij had bemind

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amatur
A
hij wordt bemind (pr)
B
hij werd bemind (imp)
C
hij is bemind (perf)
D
hij was bemind (pqpf)

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amabatur
A
hij wordt bemind (pr)
B
hij werd bemind (imp)
C
hij is bemind (perf)
D
hij was bemind (pqpf)

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amatus est
A
hij wordt bemind (pr)
B
hij werd bemind (imp)
C
hij is bemind (perf)
D
hij was bemind (pqpf)

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

herhalen ww
gebruik je schema p. 215 tekstboek
amatus erat
A
hij wordt bemind (pr)
B
hij werd bemind (imp)
C
hij is bemind (perf)
D
hij was bemind (pqpf)

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

vragen over Caesar

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

waarvoor was eigenlijk die tekst over Dumnorix? (tekst 22b)
A
ehm, hij stond er gewoon
B
Laan wil ons pesten
C
laat zien hoe Caesar zijn bondgenoten bespeelt

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

wat blijkt nog meer uit tekst 22B en de afloop van Dumnorix?

A
er zit grammatica in uit H22
B
Caesar is gewiekst en medogenloos
C
Dumnorix heeft Caesar onderschat

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Na Gallie keert Caesar terug naar Rome. Hij mocht zijn leger niet mee. Waarom niet?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

wat zei Caesar toen hij de Rubico overstak?
A
veni vidi vici
B
alea iacta est
C
et tu Brute?

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

wat deden Pompeius en de senaat vervolgens?
A
ze verzamelden een leger en gingen de strijd aan
B
ze vluchtten en namen al het geld uit Romemee
C
ze vluchtten en lieten al het geld achter

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


A
ze verzamelden een leger en gingen de strijd aan
B
ze vluchtten en namen al het geld uit Romemee
C
ze vluchtten en lieten al het geld achter

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Alea iacta est...
  • 49: Caesar steekt met zijn leger de Rubicon over
  • Pompeius vlucht met de Senaat uit Rome naar Griekenland
  • Caesar gaat hem snel achterna. Verliest de eerste slag bijna maar...
  • 48: Slag bij Pharsalus, overwinning van Caesar

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Pompeius vluchtte vervolgens naar Egypte en...
A
werd als held onthaald
B
moest een oneervol verdrag sluiten met Ptolemaeus
C
werd onthoofd en het hoofd was een geschenk voor Caesar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Het einde van Caesar
Caesar keert terug naar Rome met Cleopatra
Geruchten gaan dat hij Rome wil onderwerpen aan Egypte
Hij laat zich benoemen tot dictator
Hij vraagt de senaat om toestemming voor nog een grote veroveringstocht
Hij wil dictator ad aeternam worden
Hij wordt vermoord in 44 v. Chr (idus van Maart)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Met hoeveel messteken komt Caesar om het leven?
A
20
B
22
C
23
D
25

Slide 29 - Quiz

23. In het complot waren 60 senatoren betrokken, waaronder vrienden van Caesar. Brutus was de zoon van de minnares van Caesar. Caesar werd vermoord bij het stadion van Pompeius waar de senaat op dat moment bijeen kwam. Er zou vergaderd worden over het toestaan van een grote veldtocht naar Azië en Dacia, wederom een project waarmee Caesar veel roem en geld zou kunnen vergaren. 
H23 Caesar in Nederland
H23 speelt zich eerder af dan deze gebeurtenissen 
Caesar heeft een reputatie van onoverwinnelijkheid
De Nerviers in Belige komen toch in opstand
Caesar bouwt een kamp terwijl de Nerviers zich in het bos schuilhouden en een aanval plannen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions