3.1 Hoe betaal je?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

3.1 Hoe betaal je?

Door: Sebastiaan Circkens

Doelstellingen

Wat ga je leren?

-Het verschil tussen directe en indirecte ruil.

-Het verschil tussen giraal en chartaal geld.

-De functies van geld.

-Hoe je het nieuwe saldo berekent

Hoe kan je iets betalen?

Hoe betaal je

Directe ruil = als je producten ruilen tegen andere producten.

Indirecte ruil = Goederen of diensten ruilen met een ruilmiddel(geld).

Wat zal geen functie van geld zijn?

1. Ruilmiddel
2. Rekenmiddel
3. Spaarmiddel
4. Tekenmiddel

De functies van geld zijn:

Ruilmiddel: met geld kun je iets kopen.

Rekenmiddel: met geld stel je vast hoeveel iets waard is.

Spaarmiddel: met geld kun je sparen voor iets wat je later wilt kopen.

Chartaal geld = munten en biljetten

Giraal geld = geld op je betaal rekening

Saldo bereken

Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – betalingen

Voorbeeld

Oud saldo        € 24,51 te goed (creditsaldo)

Ontvangen        € 9,00 +

Betaald             € 50,00 –

Nieuw saldo   € 16,49 te kort (debetsaldo)

Wat betekend het als je rood staat?

1. Een positief saldo op je rekening
2. Dan heb je te veel geld op je rekening?
3. Een negatief saldo op je rekening
4. Dat betekend dat je in de plus staat?

Week taak

Lezen paragraaf 3.1 Hoe betaal je

Maken opdracht 1 t/m 15

Einde