Groep 4 - taal in beeld - blok 5, les 7 korte en lange zinnen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
Je leert dat je korte en lange zinnen kunt maken.

Slide 2 - Slide

Filmpje met uitleg

Slide 3 - Slide

Een lange zin vertelt meer dan een korte zin.
Juf vertelde.
Juf vertelde een verhaal.
Juf vertelde een spannend verhaal.
Juf vertelde een spannend verhaal over een boef.

Slide 4 - Slide

Maak de volgende zin langer:

Ik schrijf
A
met potlood
B
speel buiten

Slide 5 - Quiz

Maak de volgende zin langer:

Ik schrijf met potlood
A
een stoelpoot
B
een brief
C
een wandeling

Slide 6 - Quiz

Maak de volgende zin langer:

Ik schrijf met potlood een brief
A
gefeliciteerd.
B
wat lieve hond.
C
aan mijn meester.

Slide 7 - Quiz

Ik schrijf.
Ik schrijf met potlood.
Ik schrijf met potlood een brief.
Ik schrijf met potlood een brief aan mijn meester.

Slide 8 - Slide

Maak de volgende zin langer met 2 of 3 woorden:

Ik kijk

Slide 9 - Open question

Hoe kun je deze zin heel kort maken?
Pas op, ik moet er tussendoor.
A
Pas op!
B
Tussendoor!
C
Moet!

Slide 10 - Quiz

Hoe kun je deze zin heel kort maken?
Kijk, daar beweegt iets.
A
Beweegt!
B
Iets!
C
Kijk!

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je de volgende zin korter maken?

Een jongen loopt naar buiten met een bal.
A
Naar buiten met een bal.
B
Een jongen loopt met een bal.

Slide 12 - Quiz

Hoe kun je de volgende zin korter maken?

Joep eet zijn bord met spruitjes en aardappelen leeg.
A
Joep eet zijn bord leeg.
B
Met spruitjes en aardappelen.

Slide 13 - Quiz

Opdracht
Maak dan de zinnen langer. Maak  3 zinnen die steeds langer worden.
Ik speel.
Ik speel....
Ik speel...........
Ik speel..................

Zorg dat je netjes werkt!
Ben je klaar? Lever je taalschrift in en ga met de weektaak aan het werk.

Slide 14 - Slide