2 havo formatieve toets ww-spelling

Welkom bij Nederlands!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet ik hoe mijn kennis van werkwoordspelling is. 

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen (10 min)
- Terugblik (5 min)
- filmpje met tip voor ww-spelling (2 min)
- Huiswerkcheck en nakijken (alleen in stilte of samen met mij) (18 min)
- Formatieve toets ww-spelling (15 min)
- nakijken (10 min)


Slide 3 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Terugblik

Slide 5 - Slide

In een hoofdzin

a. staat de persoonsvorm op de eerste of tweede plaats.
(twee vingers)
b. staat de persoonsvorm vaak helemaal achteraan.

Slide 6 - Slide

In een bijzin kunnen 
a. wel andere woorden staan tussen de persoonsvorm en het onderwerp. (twee vingers)
b. geen andere woorden staan tussen de persoonsvorm en het onderwerp. (drie vingers)

Slide 7 - Slide

Je kunt wel zien, dat hij gek op haar is.
a. Twee hoofdzinnen (twee vingers)
b. Bijzin + hoofdzin (drie vingers)
c. Hoofdzin + bijzin (vier vingers)

Slide 8 - Slide

Ik heb buikpijn, maar ik ga toch naar school.
a. Twee hoofdzinnen (twee vingers)
b. Bijzin + hoofdzin (drie vingers)
c. Hoofdzin + bijzin (vier vingers)

Slide 9 - Slide

Huiswerkcheck
Hoofdstuk 2 spelling Engelse werkwoorden opdracht 2, 3 en 4 (blz. 66) 
Opdracht 2  blz 243 
 Lees theorie op blz. 148 opdracht 1 en 2 blz. 148-149

Slide 10 - Slide

Opdracht 2 
1 pvtt  appt
2 vd  geshorttrackt
3 pvvt  barbecuede
4 pvvt  finishte
5 vd  gehockeyd
6 vd  gegrild

Slide 11 - Slide

Opdracht 3

Slide 12 - Slide

Opdracht 4
1 Evert crosst op zijn mountainbike over het smalle bospad.
onjuist – Het moet zijn crost; de extra s is niet nodig voor de uitspraak.
2 Van haar spaargeld heeft Marieke in de herfstvakantie uitgebreid geshopt.
juist – De p zit in het ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p en de extra p is niet nodig voor de uitspraak.
3 Christine showdt vol trots haar nieuwe outfit aan haar vriendin.
onjuist – Het moet zijn showt: ik-vorm + t.
4 Flirte jij vrijdagavond zonder blikken of blozen met de broer van Simon?
onjuist – Het moet zijn flirtte: ik-vorm + te.
5 In de kantine van de korfbalclub werd enthousiast gebingoot.
onjuist – Het moet zijn gebingood: als de uitgang op een klinker eindigt, krijg je een d bij de vt en het vd.
6 Niet iedereen wordt graag getagd in een foto op Facebook.
juist – De g zit niet in het ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.

Slide 13 - Slide

Opdracht 2 De brug
1 In Duitsland / lette / een boer / laatst / onvoldoende / op.
Wie lette? ow = een boer
2 Hij / maakte / met zijn tractor / een verkeerde beweging.
Wie maakte? ow = Hij
3 De lading mest / viel / uit de kantelende aanhanger.
Wat viel? ow = De lading mest
4 Precies naast de aanhanger / reden / een vader en zijn dochter / in hun cabriolet.
Wie reden? ow = een vader en zijn dochter
5 Die twee / kregen / de hele lading / over zich heen.
Wie kregen? ow = Die twee
6 Een dag later / verscheen / een artikel over dit vervelende voorval / in de plaatselijke krant.
Wat verscheen? ow = een artikel over dit vervelende voorval

Slide 14 - Slide

Ga in toetsopstelling zitten
Eerder klaar? Dan kun je:
a. verder lezen in je leesboek of
b. je kennis over woordsoorten opfrissen in je boek Nieuw Nederlands, lees de theorie door op blz. 246 en 247 en maak opdracht 1, 2 en 3 


timer
20:00

Slide 15 - Slide

Hoe ging het?
Tips of tops?
Huiswerk:....
Volgende les: grammatica woordsoorten

Slide 16 - Slide