1V1 - 14 juni

1V1 - Maandag 14 juni
Nodig:
- Etui
- Ipad
- Leerboek blz. 116
- Werkboek blz. 74

1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1V1 - Maandag 14 juni
Nodig:
- Etui
- Ipad
- Leerboek blz. 116
- Werkboek blz. 74

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Uitleg
  • Bespreken huiswerk
  • Herhalingsvragen
  • Uitleg
  • Herhalingsvragen
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

NIEUW
§6.2 'De samenleving in de Vroege Middeleeuwen'

Slide 3 - Slide

Het rijk van Karel de Grote
Karel de Grote

Slide 4 - Slide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen. Daarom kreeg hij hulp van edelen. 

  • Zijn trouwste edelenkregen als beloning een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Karel de Grote is de leenheer
feodalisme

Slide 5 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 6 - Slide

Huiswerk


Hoofdstuk 6
Opdracht 5jklnp


Maandag 14 juni - 6e uur
- Leerboek blz. 115 t/m 116
- Werkboek blz. 73 en 74

Slide 7 - Slide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 8 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 12 - Quiz

Geestelijken 
Geestelijken zijn mensen die voor de kerk werken. De geestelijkheid heeft verschillende banen. Sommige zijn belangrijker dan anderen (hoog-laag)

Seculiere geestelijken: veel contact
Bijvoorbeeld de paus, de dorpspriester en de missionaris

Reguliere geestelijken: weinig contact
Bijvoorbeeld een monnik of non. 


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Missionaris
Missionaris --> missie
Een geestelijke die naar andere volken en gebieden reist met het doel anderen te bekeren tot het christendom.


bekeren = iemand overhalen 


Slide 15 - Slide

Willibrord was een Engelse missionaris die in 690 probeerde de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 16 - Slide

Invloedrijke
geestelijken
In de Middeleeuwen hadden geestelijken veel invloed, omdat:
  • Iedereen was gelovig in de Middeleeuwen.
  • Iedereen ging naar dezelfde kerk.
  • Geestelijken konden je vertellen hoe je in de hemel kon komen. 
  • Geestelijken konden lezen en schrijven.
  • Belangrijke geestelijken hadden invloed op het bestuur. 
  • De kerk was rijk. 
  • De Paus kon je in de ban doen. 

Slide 17 - Slide

Welke groep is er hier afgebeeld?
A
Geestelijken
B
Boeren en burgers
C
Adel
D
Horigen

Slide 18 - Quiz

Monniken zijn geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt iemand genoemd die mensen wil bekeren tot het christendom?
A
Heiden
B
Missionaris
C
Viking
D
Bekeerder

Slide 20 - Quiz

Waarom waren geestelijken belangrijk voor het bestuur?
A
Konden lezen en schrijven
B
Christelijke bevolking luisterde naar geestelijken
C
Konden de bevolking bekeren
D
Hoorden bij de eerste stand

Slide 21 - Quiz

Huiswerk


Hoofdstuk 6
Opdracht 8.2ab


Vrijdag 11 juni - 3e uur
- Leerboek blz. 115 t/m 116
- Werkboek blz. 77

Slide 22 - Slide

Leerstof toetsweek


Leren:
  • Leerboek §6.1 t/m §6.4 (witte tekst)
  • Begrippen (werkboek blz. 101 t/m 104) 
  • Werkboek H6 opdracht 1abcde, 2, 3abce, 5bcdefghijklnp, 8.1, 8.2, 9 en 15
  • Lessonup + 'aantekeningen'
Hoofdstuk 6
Paragraaf 6.1 t/m 6.4

Slide 23 - Slide