Les 4: verspreiding van het christendom

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

vandaag
Terugblik leenstelsel +/- 10 min.
Europa wordt christelijk + zelfstandig werken +/- 30 min.
Controle + agenda +/- 5 min. 

Slide 2 - Slide

Lesvragen
1. Wat zijn geestelijken?

2. Hoe werd het christendom in Nederland en Europa verspreid?

Kenmerkend aspect:
De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Slide 3 - Slide

Maar eerst, wat weten we nog...

Slide 4 - Slide

De Vroege Middeleeuwen zijn van het jaar 1000 tot 1250
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De tijd van de Middeleeuwen ligt tussen de Oudheid en Nieuwe Tijd in
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vazal.

Slide 7 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz


Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet belasting betalen aan zijn leenheer.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 11 - Quiz


De leenman ontving land van zijn leenheer. Voor welk van de volgende zaken was de leenheer niet verantwoordelijk
A
Het land besturen met wetten en regels
B
Het christelijke geloof verspreiden
C
Rechtspreken
D
Belasting innen

Slide 12 - Quiz

Europa wordt christelijk
Wat zien we?

Slide 13 - Slide

Op welke manier gebeurde dit?

Slide 14 - Slide


De hulp van God


  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.

  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
  • Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...

Slide 15 - Slide

Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 16 - Slide

Video
Canonclips: Willibrord

Vraag bij het filmpje: op welke manier lukte het Bonifatius om de heidenen te bekeren?

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Filmpje
1. bekijk het filmpje en zet waar nodig op pauze om de vragen te beantwoorden. 
2. Jullie krijgen hier 15 minuten voor.

Informatie vind je ook in de reader!

timer
15:00

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 21 - Quiz

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Door het harde leven gingen veel mensen
het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 23 - Quiz

Wie vallen niet onder de reguliere geestelijken?
A
Paus
B
Monniken
C
Bisschoppen
D
priesters

Slide 24 - Quiz

Lesvragen
1. Wat zijn geestelijken?

2. Hoe werd het christendom in Nederland en Europa verspreid?


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Agenda
Huiswerk voor morgen:

Slide 28 - Slide