2C 5.4

5.3 gemaakt
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wat een mutatie is en hoe deze kan ontstaan. 
1. Uitleg moeilijke woorden

Biologie
17 mei
2. nakijken 5.2 en 5.3
3. maken 5.4
Lessonup
Bs. 4 maken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.3 gemaakt
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wat een mutatie is en hoe deze kan ontstaan. 
1. Uitleg moeilijke woorden

Biologie
17 mei
2. nakijken 5.2 en 5.3
3. maken 5.4
Lessonup
Bs. 4 maken

Slide 1 - Slide

Moeilijke woorden
Mutatie: verandering in het DNA
Gemuteerd: Veranderen
Mutant: Een organisme met een mutatie
Albino: Een organisme met de mutatie (geen kleur in haar en huid)
Mutageen: Invloeden die mutaties uitnodigen
Gezwel/tumor: Ongeremde deling van cellen

Slide 2 - Slide

Moeilijke woorden
Goedaardig gezwel: Verstoren geen andere weefsels
Kwaadaardig gezwel/kanker: Verstoren wel andere weefsels
Uitzaaiing: Verspreiden naar andere weefsels. 

Slide 3 - Slide

Bruin haar
A
Gen
B
Allel

Slide 4 - Quiz

Gen voor blond haar van jouw moeder, gen van zwart haar van jouw vader
A
Allel
B
Allelenpaar

Slide 5 - Quiz

Wat verander je?
Tattoo
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 6 - Quiz

Het genotype komt tot stand wanneer:
A
je wordt geboren
B
er bevruchting is geweest

Slide 7 - Quiz

1 baby van de eeneiige tweeling heeft het syndroom van down, heeft de andere baby het dan ook?
A
Ja
B
Nee
C
Hoeft niet per se

Slide 8 - Quiz

Wat is reductiedeling?

Slide 9 - Open question

Lastige vragen
Regels: 
1. Ik zet de vraag op het bord.
2. Jij leest de vraag en bedenkt voor jezelf een antwoord (je mag het opschrijven)
3. Na 10 seconden kies ik iemand uit die het antwoord mag geven

Slide 10 - Slide

Lastige vragen
Hoeveel chromosomen zitten er in een eicel van een mens?

Slide 11 - Slide

Lastige vragen
Een cel is gedeeld in 2 andere cellen, waar is die eerste cel heen?

Slide 12 - Slide