Les woensdag_bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

STARTKLAAR maken:

• Telefoon in het Zakkie
  
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
  
• BINNEN = BEGINNEN. Werk stil aan NUMO.

Afspraken in de klas

Rust & respect:

- Spullen mee.

- Naar elkaar luisteren.

Lukt dit niet? UIT + nakomen vrijdagmiddag.

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk nakijken.

2. Uitleg bijvoeglijk naamwoord.

3. Oefenen met lesstof.

4. NUMO-tijd!

1. Huiswerk nakijken

>> Vraag 12, 13 en 14 bladzij 40

Vraag 12a.
Betekenis van 'sterk verhaal'

12b. Wat is de betekenis van fobieën?

13a.
Het synoniem van 'definitie' is:

13b. Synoniem van 'aandikken'

14a. Tegenstelling van 'ongeloofwaardig'

Vraag 14b. Tegenstelling van 'gekluisterd naar (= aandachtig naar)

2a. Test je voorkennis!

Zelfstandig naamwoord, lidwoord & bijvoeglijk naamwoord.

= 5 vragen.

1. Welke 3 lidwoorden zijn er?

2. Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

3. Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord:
Ahmed houdt van (zwart) kleren.

4. Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Zijn verzameling staat in een (glas) vitrine. (=kast)

5. Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

Van haar lieve vriendin kreeg ze een armband

1. Van
2. lieve
3. vriendin
4. kreeg

Wat is volgens jou een bijvoeglijk naamwoord?

1. Dat zijn namen van mensen.
2. Dat zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
3. Dat zijn namen van mensen, dieren, dingen.
4. Dat zijn "de, het, een".

Spelling en grammatica

Cursus 2 Bijvoeglijk naamwoord

Lesdoel: 

Je leert wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en hoe je ze schrijft.

>> laptop dicht.

Bijvoeglijk naamwoord

Bespreek dit in 2 minuten met de klasgenoot naast jou.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Uitleg 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeelden

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Begrippen uit deze les

bijvoeglijk naamwoord

de-woorden

het-woorden

stof en materialen

Aan de slag!

Wat?	Maak vraag 10 en 11 op bladzij 179
Hoe?	Lees eerst de uitleg op bladzij 178. Schrijf antwoorden in je schrift.
Tijd?	7 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
Klaar?	Maak het huiswerk: vraag 12, 14 en 15.

      Leerdoelen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.