RCS 3.1 Machthebbers in Europa

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

12 juni 1672

Lodewijk XIV

Absolutisme = de vorst heeft alle macht

Hij had de macht van god gekregen en het was gods wil dat alle Fransen hem gehoorzaamden. Er kwamen wel nog dagelijks ministers naar hem toe maar ze mochten alleen maar advies geven. (l'etat c'est moi)

Hij joeg alle Hugenoten (Franse calvinisten) het land uit en nam de protestanten alle rechten af. 

Engeland

Strijd tussen koningen en parlement

Koningen willen absolute macht, maar parlement wil dat niet toestaan.

Strijd in Engeland tussen protestanten en katholieken

Glorious revolution

Macht komt bij het parlement te liggen en niet meer bij de koning. Als parlement wetten maakt moet de koning deze uitvoeren en de koning mag niet meer zomaar belastingen invoeren.

Bestuur Republiek

7 gewesten: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland.

Het bestuur van elk gewest bestond uit de zogenaamde staten: Hierin zaten vertegenwoordigers van de steden (dus burgers) en adel.

Deze gewesten werkten samen in de Staten-Generaal. (Het gewest Holland was hierin eigenlijk de baas) De Republiek was een oligarchie (bestuur van een kleine groep)

Johan de Witt

Na de 80 jarige oorlog kwam de Republiek in relatieve rust terecht en was er geen behoefte aan een stadhouder. Johan de Witt werd de machtigste man in de Republiek dit bleef hij tot 1672 (het rampjaar). 

Hij was Raadspensionaris

Rampjaar 1672

Oorlog met Duitse vorsten, de Franse koning en Engeland. 

Hollandse waterlinie en Michiel de Ruyter op zee redden ons

Willem III (1672)

Willem III (1650-1702) was in de republiek geen koning, maar stadhouder. Zij waren de hoogste regent in dienst van de gewesten en was bevelhebber over het leger en de vloot.  (Vooral in oorlogstijd heel belangrijk dus)