What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 4, grammatica woordsoorten
Welkom!
Fijn dat je er bent.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Fijn dat je er bent.
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les
kan je nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerk bespreken
Uitleg
Samen oefenen
Aan de slag!
Afsluiten
Slide 3 - Slide
Huiswerk bespreken
We bespreken opdracht 2, 3 en 4 (pagina 119)
Slide 4 - Slide
Voegwoorden
Voegwoorden verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.
Er zijn twee soorten voegwoorden: nevenschikkende voegwoorden en onderschikkende voegwoorden.
Slide 5 - Slide
Nevenschikkende voegwoorden
twee woorden: Nick
en
Simon, rozen
of
tulpen
twee woordgroepen: geen kopje koffie
maar
een kopje thee
twee hoofdzinnen: Job trekt een pak aan, want hij gaat naar een bruiloft
twee bijzinnen: Ik verwacht dat Dirk morgen komt helpen verven en dat Elisa zondag komt helpen verhuizen.
Slide 6 - Slide
Onderschikkende voegwoorden
Onderschikkende voegwoorden als
aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, opdat, terwijl, toen, voordat, zodat, zodra
verbinden een bijzin met een hoofdzin:
Ze gaan vanavond naar de bioscoop, mits Anke zich weer beter voelt.
Slide 7 - Slide
Let op!
Of
kan zowel een nevenschikkend als een onderschikkend voegwoord zijn.
Zullen we eerst lunchen of zullen we direct vertrekken?
Vanavond eten we andijvie of spinazie.
Ik wist niet of hij thuis was.
Slide 8 - Slide
Ik ga vroeg naar huis, want ik moet nog een hoop huiswerk maken.
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend
Slide 9 - Quiz
Terwijl hij op het terras zat, keek hij naar alle voorbijgangers.
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend
Slide 10 - Quiz
Ik vraag mij af of dat een interessante film is.
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend
Slide 11 - Quiz
Op de rommelmarkt kocht ik een stapel boeken en een stapel tijdschriften.
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend
Slide 12 - Quiz
Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 5 (pagina 120-121). We bespreken de opdrachten tijdens de volgende les.
Ben je klaar? Lees in je leesboek.
Slide 13 - Slide
Er zijn vijf nevenschikkende voegwoorden. Kun jij ze opnoemen?
Slide 14 - Slide
Welk voegwoord kan zowel een nevenschikkend als een onderschikkend voegwoord zijn?
Slide 15 - Slide
Antwoord: of
Koop jij die broek of die trui?
Ik vraag me af of hij nog komt.
Slide 16 - Slide
More lessons like this
H4 voegwoorden
January 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voegwoorden
September 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten Les 6: nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
March 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H.4: Voegwoorden - Marriët
December 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
17-2: Voegwoorden
April 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voegwoorden
April 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
11-1: Voegwoorden
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica H4: Voegwoorden
October 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2