Hoofdstuk 1: Stoffen - Les 2 BK

Stoffen
Oefen vragen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stoffen
Oefen vragen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
- Quizzzzz Time
- Nakijken
- Uitleg nieuwe paragraaf
- zelfstandig werken aan de opdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

oefenen met omrekenen van graden Celsius naar Kelvin:
15 graden Celsius =
A
-258 K
B
15 K
C
288 K
D
268 K

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius:
47 K =
A
32 graden Celsius
B
320 graden Celsius
C
- 126 graden Celcius
D
-226 graden Celsius

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas
D
Ze bewegen altijd even snel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In een gas bewegen de moleculen
A
Heel snel
B
Heel langzaam

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de massa van 1 cm³ van een stof?
A
volume
B
kilogram
C
dichtheid
D
gram

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is vorm een stofeigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zwaarder?
A
een kilogram lood
B
een kilogram veren
C
allebei even zwaar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Het absolute nulpunt is de laagst mogelijke temperatuur.
Welke temperatuur is niet mogelijk?

A
1.000.000 °C
B
- 37 K
C
0 K
D
- 270 °C

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een molecuul?
A
Een klein deeltje van een stof.
B
Het kleinste deeltje van een stof met de eigenschappen van die stof.
C
Een onderdeeldeel van een atoom.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In een vloeistof trekken moleculen elkaar harder aan dan in een vaste stof
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De moleculen van een stof veranderen als de stof smelt
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de fase-overgang naar de juiste plek!
rijpen
stollen
verdampen
sublimeren
smelten
condenseren

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Quiz Winnaar!?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Verschillende eigenschappen van materialen benoemen
- Uitleggen wat een legering is en een aantal kunnen benoemen
- Verschillende kookpunten en smeltpunten kunnen vinden in de BINAS
- Uitleggen wat een composiet is

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Legering
- Legering is een mengsel van twee of meerdere metalen

- Het is gemaakt om beter te zijn dan de twee materialen waaruit het bestaat

- Brons, RVS, soldeertin, messing

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Amalgaam
- Legering waar kwik in zit wordt Amalgaam genoemd

- In je BINAS kun je informatie vinden over Amalgamen en Legeringen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Lees eerst de paragraaf voordat je aan de opdrachten begint. 
De meeste antwoorden kun je in de tekst vinden.

vanaf bladzijde 21 maak opdracht: 4, 6, 9, 13, 16, 17, 23, 24


Let op! Maak de lastige opgaven eerst!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Of een voorwerp zinkt, zweeft of drijft hangt af van ...
A
het volume
B
de dichtheid
C
de massa

Slide 22 - Quiz

K/4 Stoffen en materialen
Stof-
eigenschap
geen
stof-
eigenschap
fase
kleur
geur
volume
temperatuur
oplosbaarheid
kook- en smeltpunt
geleiding
dichtheid
oppervlakte

Slide 23 - Drag question

K/4 Stoffen en materialen
Wat wordt bedoeld met de fase van een stof en wat is fase-overgang?

Slide 24 - Open question

K/4 Stoffen en materialen

Fase en faseovergangen
Vast - vloeibaar - gas
Condenseren - verdampen
Smelten - stollen
Sublimeren/vervluchtigen - rijpen
Kook- en smeltpunt
fase-overgangen
* Sublimeren is hetzelfde als vervluchtigen.
Denk aan een geurblokje.
*Ook bevriezen genoemd

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

smelten
condenseren
rijpen
vervluchtigen
stollen
verdampen
je maakt waterijsjes in de vriezer
de was hangt buiten in de zon te drogen
wc-blokje geeft een geur af
sneeuw 'verdwijnt' in de zon
een bril beslaat als je een warme kamer binnenkomt
er ontstaan ijsbloemen op het raam

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Tekst
Pictogrammen
corrosief bijtend
giftig
explosief
milieu gevaarlijk
irriterend
brandbaar

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Hoort het bij na of sk?
scheikunde
natuurkunde
voedselbereiding
roesten
verbranding
uitharden van beton
lijmen
carbid schieten
faseover-gangen
versnelling
zwaartekracht

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Het allerkleinste deeltje heet
A
Molecuul
B
Atoom
C
Stof
D
Kelvin

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het absolute nulpunt =
A
- 273 K
B
273 °C
C
0 °C
D
0 K

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurd er met moleculen als het warmer wordt?
A
Ze bewegen langzamer
B
Ze bewegen sneller
C
Ze worden groter
D
Ze worden kleiner

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Aluminium smelt bij een temperatuur van 933 K. Hoeveel °C is dat?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions