Oefenvragen SO

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Oefenvragen SO

Wat is waar over moleculen en atomen?

1. Een atoom bestaat uit meerdere moleculen
2. Een molecuul bestaat uit verschillende atomen
3. In een molecuul zitten altijd allemaal dezelfde soort atomen
4. In een molecuul zitten altijd verschillende soorten atomen

Hiernaast zie je een model van een molecuul.

Hoeveel atomen zitten er in totaal in dit molecuul?

1. 8
2. 15
3. 17
4. 20

Wat is het verschil tussen een molecuul
en een atoom?

1. Een atoom bestaat uit 1 of meer moleculen
2. Een molecuul bestaat uit 1 of meer atomen
3. Er is geen verschil tussen moleculen en atomen
4. Een atoom is altijd groter dan een molecuul

Wat is het absolute nulpunt

1. temperatuur waar deeltjes snel bewegen
2. temperatuur waar deeltjes langzaam bewegen
3. temperatuur waarbij deeltjes stil staan
4. temperatuur waarbij deeltjes verdwijnen

Wat is het absolute nulpunt?

1. 0 graden Celsius
2. 273 graden Celsius
3. -273 graden Celsius
4. -273 Kelvin

Je moet de temperatuur van °C omrekenen naar K. Dat doe je door

1. er 273 bij op te tellen
2. er 273 van af te trekken
3. te delen door 273
4. te vermenigvuldigen met 273

Hoeveel Kelvin is 25 graden Celsius?

1. 268 K
2. 0 K
3. 294 K
4. 298 K

Hoe heten de fase-overgangen?

smelten

stollen

verdampen

condenseren

Fasen van een stof zijn

1. hard, zacht, gas
2. geur, kleur, kookpunt
3. gas, vast, vloeibaar
4. bevriezen, koken en smelten

Wat gebeurt er met de snelheid van de moleculen wanneer een stof verwarmd wordt?

1. Die blijft gelijk
2. Die neemt toe
3. Die neemt af