Les 16-02-2021, rekentrainers 5.4 t/m 5.6

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

Een cirkeldiagram is verdeelt in:
A
Legenda
B
Diagrammen
C
Grafen
D
Sectoren

Slide 2 - Quiz

€ 200 miljoen x 5.000 = ...
miljoen x duizend = miljard
A
1 miljard
B
10 miljard
C
100 miljard
D
1.000 miljard

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen:
Rekentrainers 5.4 t/m 5.6:
- Je leert ziektekosten te berekenen.
- Je leert een tabel aflezen.
- Je leert het nettoloon te berekenen.

HUISWERK: Rekentrainers 5.4 t/m 5.6

Slide 4 - Slide

Eigen risico
Het deel van de schade dat je als verzekerde zelf betaalt.

Slide 5 - Slide

Eigen risico ziektekosten

Het verplichte eigen risico wordt per kalenderjaar vastgesteld door de overheid. Als je zorgkosten hebt, die onder de basisverzekering vallen, betaal je een deel zelf. In 2021 is het eigen risico € 385,-. 

Slide 6 - Slide

Hoeveel eigen bijdrage?

Slide 7 - Slide

Wat is het totaal aan ziektekosten?

Slide 8 - Slide

Premie Zvw € 1.332, zorgtoeslag € 732, eigen bijdrage ziektekosten € 220, onverzekerde ziektekosten: € 498.
Hoe hoog zijn de totale ziektekosten?
A
€1.332,00
B
€1.318,00
C
€2.782,00
D
€1.450,00

Slide 9 - Quiz

Uitwerking
Premie                  €1332,00
Zorgtoeslag        €732,00
Eigen bijdrage   €220,00
Onverzekerd       €498,00
Totaal                     €1318,00

Slide 10 - Slide

TABELLEEEEEN

Slide 11 - Slide

Daan is nu soldaat 2e klasse en heeft drie jaar bij Defensie gewerkt. Wat is zijn maandsalaris?

Slide 12 - Slide

Antwoord: €1.330,25

Slide 13 - Slide

Zijn vriend, Dennis, had een betere opleiding en kon beginnen als soldaat 1e klasse. Ook hij werkt drie jaar bij Defensie.
Hoeveel verdient Dennis meer dan Daan?

Slide 14 - Slide

Antwoord: €1.647,56 - €1.330,25 = €317,31

Slide 15 - Slide

Onderdelen tabellen
  • Een tabel is een overzicht van gegevens in kolommen en rijen

  • Bij een rij gaat het om de horizontale hokjes van links naar rechts.
  • Bij een kolom gaat het om de verticale hokjes van boven naar beneden. 

  • Het is erg belangrijk om de tabel goed te lezen, denk aan de titel en eventuele toelichting!

Slide 16 - Slide

Hieronder zie je een tabel, elk rood vak heeft een benaming.
Sleep het juiste begrip op de juiste plaats 
per week
per maand
per jaar  
Sem
€5,25
€22,75
€273
Indra
€8,40
€36,40
€436,80
Tom
€3,60
€15,60
€187,20
Zakgeldontvangsten per periode *
* Indra is 15 jaar oud en krijgt daardoor meer zakgeld 
Kolom
Rij
Titel
Toelichting

Slide 17 - Drag question


Welke zin is waar?
A
Deze tabel heeft 4 kolommen en 3 rijen.
B
Deze tabel heeft 3 kolommen en 4 rijen

Slide 18 - Quiz

Joop heeft de kasten in de woonkamer en de slaapkamer gemaakt. Hoeveel planken heeft hij tot nu toe gebruikt?

Slide 19 - Open question

Hoeveel euro verdient iemand van 19 jaar meer per uur dan iemand van 17 jaar?

Slide 20 - Open question

Van bruto naar netto

Slide 21 - Slide

Nettoloon berekenen
Nettoloon = brutoloon – inhoudingen


Voorbeeld
Je brutoloon is € 1.830. Daarop wordt € 160 aan loonbelasting ingehouden en € 89 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.



Slide 22 - Slide

Opdracht
Je brutoloon is € 1.830. Daarop wordt € 160 aan loonbelasting ingehouden en € 89 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.

Slide 23 - Open question

Uitwerking
Nettoloon = brutoloon – inhoudingen

€ 1.830 - € 160 - € 89 = €1.581,00

Slide 24 - Slide

Opdracht
Je brutoloon is € 2.400. Daarop wordt € 210 aan loonbelasting ingehouden en € 95 aan sociale premies. Je krijgt een reiskostenvergoeding van € 80. Bereken je nettoloon.

Slide 25 - Open question

Uitwerking
Nettoloon = brutoloon – inhoudingen

€ 2.400 - € 210 - € 95 + € 80 = €2.175,00

Slide 26 - Slide

Bereken het nettoloon:
Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Opdrachten van rekentrainers 5.4 t/m 5.6
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

Slide 28 - Slide