6.4 Transport door de darm, opname van stoffen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
6.4 Transport door de darm, opname van stoffen
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
6.4 Transport door de darm, opname van stoffen

Slide 1 - Slide

Deze les:
- 6.4 Transport door de darm , opname van stoffen

Slide 2 - Slide

6.4 Leerdoelen
12. Je beschrijft het transport van voedsel door het maagdarmkanaal
13. Je licht de invloed toe van pH-veranderingen op de vertering van voedsel. 
14. Je licht het verband toe tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit. 
15. Je beschrijft op welke twee manieren voedingsstoffen vanuit de darmen het lichaam ingaan.
16. Je beschrijft de rol van de darmflora

Slide 3 - Slide

Transport door de darm

Als je op je kop hangt, kun je nog prima een flesje water leegdrinken!

Hoe kan dat?

Slide 4 - Slide

Darmperistaltiek
Lengtespieren en kringspieren werken samen om voedsel door het darmkanaal te bewegen!

Peristaltische bewegingen/ darmperistaltiek

Slide 5 - Slide

Darmperistaltiek

Slide 6 - Slide

Darmperistaltiek

Slide 7 - Slide

Waar zijn de kringspieren aangespannen?
En de lengtespieren?
A
1. kringspieren 2. Lengtespieren
B
1. Lengtespieren 2. Kringspieren

Slide 8 - Quiz

Welke van de onderstaande groepen stoffen bevordert de darmperistaltiek?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Voedingsvezels
D
Eiwitten

Slide 9 - Quiz

Spieren rond de maag
  • Kringspier bij ingang maag
  • Maagportier houdt voedsel in de maag

  • Soms opent maagportier om kleine hoeveelheid voedsel naar twaalfvingerige darm door te laten
  • pH uit twaalfvingerige darm neutraliseert maagzuur

Slide 10 - Slide

Maag
Kringspier:
voorkomt dat maagzuur naar boven gaat
Maagportier: houdt voedsel in de maag

Slide 11 - Slide

Maagportier
De maagportier opent zo nu en dan om een kleine hoeveelheid voedsel naar twaalfvingerige darm door te laten.

In de twaalfvingerige darm wordt het maagzuur (pH 2) geneutraliseerd door het alvleessap (pH 8)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Voedselverwerking
  • Darmperistaltiek duwt het (gedeeltelijk) verteerde voedsel richting de dunne darm.
  • De binnenbekleding van de dunne darm is slijmvlies (kliercellen die enzymen maken, hier gaat de vertering van polymeren en vetten verder)
  • Als de stoffen klein genoeg zijn gemaakt door vertering dan kunnen ze de dekweefselcellen van de dunne darm passeren en via het weefselvocht in je bloed en lymfe terecht komen -> naar de rest van het lichaam

Slide 14 - Slide

Opname door de dunne darm
Darmplooien - darmvlokken - microvilli
microvilli - uitsteeksels dekweefselcellen
Vergroting oppervlak (100m2)
Resorptie -> opname voedingsstoffen

Slide 15 - Slide

Darmepitheel
De darmen zijn helemaal bedekt met epitheelcellen (dekweefselcellen). Die cellen vormen de grens tussen buiten (inhoud van de darmen) en binnen (in de cellen/ weefselvloeistof/ bloed).

De darm is bevat darmplooien, de plooien bevatten vlokken en de epitheelcellen bevatten microvilli = oppervlakte vergroting.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

BINAS 82C

Slide 18 - Slide

BINAS 82E
Opname voedingsstoffen

Slide 19 - Slide

Resorptie
Opname van voedingsstoffen door de darmen heet resorptie.

Wateroplosbare voedingsstoffen die door de darmen zijn opgenomen gaan daarna naar de bloedvaten (haarvaten dunne darm). 
Dan komt het in de poortader en stroomt naar de lever.



Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Haarvat
Lymfevat

Slide 22 - Slide

Resorptie in de darmwand

Slide 23 - Slide

Resorptie
Vettige voedingsstoffen die door de darmen zijn opgenomen gaan naar de lymfevaten. Deze komen bij de sleutelbeenader in het bloed.



Slide 24 - Slide

Naar de lever
  •  De haarvaten (bloedvaten) van de darmvlokken vervoeren de verteringsproducten.
  • De haarvaten komen samen in een groter bloedvat, de poortader, die naar de lever gaat.
  • De lever slaat de voedingsstoffen op of bewerkt ze

Slide 25 - Slide

Sommige voedingsstoffen zijn al zo klein dat directe opname in de dunne darm mogelijk is. Bij welke stoffen is vertering door enzymen niet nodig?
                                                                                  
WEL
NIET
Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen
Vitaminen
Vetten
Water

Slide 26 - Drag question

In welk gedeelte van de darm komen veel darmvlokken voor?
A
Blindedarm
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Endeldarm

Slide 27 - Quiz

Van groot naar klein, de drie vormen van oppervlakvergroting in de darm zijn:
A
darmvlokken, darmplooien, microvilli
B
microvilli, darmvlokken, darmplooien
C
darmplooien, darmvlokken, microvilli

Slide 28 - Quiz

Waarom gaat bloed vanuit de darm eerst naar de lever?

Slide 29 - Open question

Naar de lever
In water oplosbare stoffen via darmvlokken in bloed:
Monosachariden (glucose), zouten, vitamines, aminozuren

Haarvaten darm -> poortader
Richting lever: opslag/bewerking voedingsstoffen (par. 6.5)
Eindproducten vetvertering via lymfestelsel naar sleutelbeenader

Slide 30 - Slide

Resorptie dikke darm
In de dikke darm vindt voornamelijk resorptie van water plaats.



Slide 31 - Slide

Functie dikke darm
  •  Bevat voedsel wat niet volledig verteerd is met veel vocht

  • Eén van de taken van de dikke darm = resorptie van water

  • Darmbacteriën (darmflora) aanwezig -> nuttig, maken bijvoorbeeld vitamine K. Zorgen voor bruine ontlasting.

Slide 32 - Slide

Opname door de dikke darm
  • 7L verteringssappen per dag
  • Resorptie -> opname van water -> voorkomt uitdroging

  • Overblijfsel (voedselbrij zonder water) -> ontlasting, opgeslagen in endeldarm

Slide 33 - Slide

Darmflora dikke darm


Prebiotica -> stimuleren groei nuttige bacteriën
Probiotica -> voedingsmiddelen dat nuttige bacteriën bevat



Slide 34 - Slide

Darmflora
Alle darmbacteriën samen vormen darmflora, meeste onschadelijk en sommige nuttig; bijv. voor afbraak cellulose, aanmaak vitamine K of onstekingsremmende stoffen.

  • 100 soorten per mens, in totaal >1000 soorten
  • Hechten aan binnenkant v/d darm, voorkomt groei slechte bacteriën

Slide 35 - Slide

Darmflora stimuleren
  • Prebiotica: stoffen die de groei van nuttige bacteriën stimuleren.

  • Probiotica: Voedingsmiddelen met nuttige bacteriën (Yakult) 

Slide 36 - Slide

BINAS 6.4
BINAS 67F1, 2, 3 Koolhydraten
BINAS 67G Vetten
BINAS 67H Eiwitten/ aminozuren
BINAS 82C Spijsverteringsorganen

Slide 37 - Slide

Opdrachten (huiswerk)
- Maken 6.4 opdr. 66 t/m 76
- Ter voorbereiding op les lezen paragraaf 6.5;

Slide 38 - Slide

Welke bewering over de darmperistaltiek is juist?
A
De darmperistaltiek duwt het voedsel door de darmvlokken heen
B
De darmperistaltiek mengt het voedsel met verteringssappen
C
Voedingsvezels verminderen de darmperistaltiek

Slide 39 - Quiz

Wat is de route die voedingsstoffen afleggen?
A
Weefselvloeistof -> membraan -> lymfe/bloed -> rest v/h lichaam
B
Membraan -> lymfe/bloed -> weefselvloeistof -> rest v/h lichaam
C
Membraan -> weefselvloeistof -> rest v/h lichaam -> lymfe/bloed
D
Membraan -> weefselvloeistof -> lymfe/bloed -> rest v/h lichaam

Slide 40 - Quiz

Hoeveel soorten darmbacteriën heeft een mens gemiddeld?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 41 - Quiz

Als alle nuttige voedingsstoffen in de dunne darm al zijn opgenomen, waarom hebben we de dikke darm dan nog nodig?

Slide 42 - Open question

Voedingsmiddelen met daarin nuttige bacteriën noemen we...
A
Prebiotica
B
Probiotica
C
Antibiotica
D
Semibiotica

Slide 43 - Quiz

Binas 82G en 82F
De vetvertering bij baby’s door lipase begint al in de maag. Het lichaam van volwassenen produceert ook lipase, maar niet meer in de maag. Welk orgaan maakt lipase?

Slide 44 - Open question

Opdrachten (huiswerk)
- Maken 6.4 opdr. 66 t/m 76
- Ter voorbereiding op les lezen paragraaf 6.5;

Slide 45 - Slide