Mondeling betoog.

het debat 

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

het debat 

Slide 1 - Slide

Waarom moet je debatteren?
Dit staat in de omschrijving van de examendomeinen
Domein B: Mondelinge taalvaardigheid

De kandidaat kan ten behoeve van een  debat:
-relevante informatie verzamelen en verwerken
-deze informatie adequaat presenteren met het oog op doel, publiek 
 en gespreksvorm
-adequaat reageren op bijdragen van  gespreksdeelnemers

Slide 2 - Slide

Het debat bestaat uit een aantal mini- betoogjes
Een debat  heeft als doel de jury en luisteraar te overtuigen. 
Zo’n presentatie bevat meningen en argumenten. 
De argumenten worden door feiten, cijfers, voorbeelden en constateringen ondersteund. 
De hoofdgedachte van een betoog is altijd een mening.

Het debat is heel duidelijk ingedeeld in 4 beurten van 4 minuten en 2 beurten van 2 minuten (zie groene boekje: blz. 20)

Slide 3 - Slide

Stappenplan voor het debat
  1. je hebt een actueel onderwerp  gekozen dat je bezighoudt en waarover je zelf een heel duidelijke mening hebt. 
  2. Zorg ervoor dat je een duidelijk standpunt en goede argumenten hebt aan de hand van 4 of 5 betrouwbare bronnen. Denk ook aan tegenargumenten en weerleg die. Probeer een originele invalshoek te vinden.
  3. Maak een documentatiemap met je bronnen 
  4. Maak een spreekplan voor het debat. 
  5. Zorg ervoor dat je in je spreekplan de samenhang en het verband tussen de delen van je betoog duidelijk weergeeft.

Slide 4 - Slide

Documentatie voor het debat
  1. Verzin je alle argumenten zelf? Nee!
  2. Verzin je alle informatie zelf? Nee!
  3. Doe onderzoek en maak gebruik van wat andere mensen al ontdekt hebben.
  4. Doel:
    - Je vergroot je kennis over je onderwerp
    - Je selecteert informatie die jou kan helpen bij je argumentatie
    - Je zoekt naar tegenstrijdige meningen of onderzoeksresultaten
    - Je formuleert een eigen conclusie
  5. Maak een documentatiemap

 


Slide 5 - Slide

Beoordeling
LET OP:
Je leest niet voor. Voor voorlezen krijg je minpunten.
Het debat duurt 4x4 en 2x2 minuten. 

Slide 6 - Slide

structuur van een beurt
In de inleiding introduceer je het onderwerp en trek je de aandacht van je publiek. Je sluit af met je standpunt en je zorgt voor een duidelijke overgang naar je argumentatie.  
In het middenstuk werk je de argumenten uit die jouw standpunt onderbouwen. Behandel ieder argument afzonderlijk en zorg voor een logische opbouw. Geef voorbeelden en gebruik feiten. Zo verlevendig je je verhaal. Bedenk wat de tegenargument(en) bij jouw standpunt kan/kunnen zijn en verwerk ze in je beurt. Vervolgens weerleg je de/het tegenargument(en) en daarmee versterk je je betoog.  
In het slot benadruk je de belangrijkste argumenten, geef je een korte samenvatting en herhaal je expliciet je standpunt.  Kom eventueel met een slogan.

Slide 7 - Slide

Effecten van verbale en non-verbale communicatie
https://www.youtube.com/watch?v=4beiTyAcYf0

Arjen Lubach - Bijzonder onderwijs
Hoe begint hij zijn inleiding?
Welk standpunt neemt hij in?
Is het betoog makkelijk te volgen?
Klinkt hij overtuigend?
Tempo, volume, verstaanbaarheid?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

BESPREKEN
1. Hoe begint hij zijn inleiding?
2. Welk standpunt neemt hij in?
3. Is zijn betoog goed onderbouwd met
    argumenten?
Waarom wel/niet? 
4. Is het gebruik van de PP effectief in dit   
    betoog? Waarom wel/niet?
5. Zijn er zaken  die  je  graag wil toepassen in  
    je eigen voordracht? Welke? Waarom denk   
    je dat ze effectief zijn?
6. Is de structuur van dit betoog makkelijk te 
    volgen?


https://www.youtube.com/watch?v=4beiTyAcYf0








Slide 10 - Slide

Geef aan wat je hebt geleerd deze les.

Slide 11 - Open question

Geef kort aan welke vragen je nog hebt.

Slide 12 - Open question

huiswerk
bereid een debat voor over het onderwerp van je betoog.
als het goed is, heb je je argumenten nog wel ergens staan.
deze week gaan we een aantal keren oefenen met debatteren en het beoordelen van debattanten.

Slide 13 - Slide