D grammaire et écrire

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Le programme

1. Uitleg over vervoegen regelmatige werkwoorden op -er

2. Samen oefenen met die werkwoorden

3. Zelfstandig oefenen met de werkwoorden

4. Billet de sortie

Les objectifs

-Je hebt geoefend met het vervoegen van regelmatige werkwoorden op -er en je kan ze gebruiken

-Ik kan in het Frans vertellen dat ik iets leuk vind, iets zoek, iets vragen .. 

Hoe vervoeg je een werkwoord?

Net als in het Nederlands zeg je niet ik praten, jij praten maar ik praat en jij praat. 

Het werkwoord verandert dus. In het Frans ook

We doen het zo:

Stam + uitgang

Zoals: Parl + e

Hoe vervoeg je een werkwoord?

1) Maak de stam van het werkwoord. 

Dit doe je door -er van het hele werkwoord af te halen

regarder-> regard

Habiter -> habit

2) Kijk welke uitgang je moet hebben (dit hangt van het onderwerp af: ik, jij, hij, zij, je hond, opa en oma..)

3) Plak de uitgang direct achter de stam

Een ESkimo Eet ONS EZeltje EN Terecht

persoon		uitgang	Voorbeeld
ik	je	-e	regarde
jij	tu	-es	regardes
hij/zij	il/elle	-e	regarde
wij	nous	-ons	regardons
jullie/u	vous	-ez	regardez
zij	ils/elles	-ent	regardent

Vervoeg:
Tu .... (regarder)

Vervoeg:
Nous ... (regarder)

Fait des exercices

17, 18, 19

Ja, dit is huiswerk