Welk begrip hoort bij "Alles wat een mens of dier doet"
1 / 30
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welk begrip hoort bij "Alles wat een mens of dier doet"
Slide 1 - Open question
Gedrag splits je op in kleine stukjes. Hoe noem je deze stukjes?
Slide 2 - Open question
De uitleg van je biologiedocent is een
A
Inwendige Prikkel
B
Uitwendige Prikkel
Slide 3 - Quiz
Je hebt een hongerig gevoel. Dit is een...
A
Inwendige Prikkel
B
Uitwendige Prikkel
Slide 4 - Quiz
Je voelt je duizelig en alles om je heen lijkt te draaien. Dit is een...
A
Inwendige Prikkel
B
Uitwendige Prikkel
Slide 5 - Quiz
Je hoort het geluid van je mobieltje. Dit is een...
A
Inwendige Prikkel
B
Uitwendige Prikkel
Slide 6 - Quiz
Zet de volgende stappen van gedragsonderzoek in de juiste volgorde.
a. Alle handelingen een korte naam, afkorting en omschrijving geven b. Alle handelingen noteren c. Resultaten in een staafdiagram verwerken d. Turven hoe vaak een bepaalde handeling wordt uitgevoerd
A
a-b-d-c
B
b-a-d-c
C
a-b-c-d
D
b-a-c-d
Slide 7 - Quiz
Welke handeling hoort niet thuis in een Ethogram van een konijn?
A
Hooi eten
B
Water drinken
C
Op 2 poten staan
D
Schattig kijken
Slide 8 - Quiz
Welke manier van leren is dit? "Als je de uitspraak van de Engelse woorden goed doet, krijg je van meneer Stoit een punt erbij voor je toets"
A
Oefenen
B
Inzicht
C
Belonen
D
Imitatie
Slide 9 - Quiz
Welke manier van leren is dit? "In de Engelse les spreek je meneer Stoit precies na om de uitspraak te oefenen"
A
Oefenen
B
Inzicht
C
Belonen
D
Imitatie
Slide 10 - Quiz
Welke manier van leren is dit? "Om de Engelse telwoorden te leren zeg je tien keer de telwoorden één tot en met tien op in het Engels"
A
Oefenen
B
Inzicht
C
Belonen
D
Imitatie
Slide 11 - Quiz
Welke manier van leren is dit? "Je hebt zelf een manier bedacht om de Engelse woordjes snel en goed te leren"
A
Oefenen
B
Inzicht
C
Belonen
D
Imitatie
Slide 12 - Quiz
Om welk begrip gaat het?
Dieren en mensen leren door nieuw gedrag zelf te bedenken.
A
Reflexen
B
Inzicht
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag
Slide 13 - Quiz
Om welk begrip gaat het?
Zo heet leren in een korte gevoelige periode.
A
Reflexen
B
Inzicht
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag
Slide 14 - Quiz
Om welk begrip gaat het?
Dit gedrag hoef je niet te leren, is bij geboorte al aanwezig.
A
Reflexen
B
Inzicht
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag
Slide 15 - Quiz
Om welk begrip gaat het?
Dit zijn snelle reacties op een bepaalde prikkel.
A
Reflexen
B
Inzicht
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag
Slide 16 - Quiz
Welk begrip hoort hierbij?
Bepalen wie de sterkste is, zonder te vechten.
A
Dominant
B
Sleutelprikkel
C
Overdreven Signaal
D
Dreigen
Slide 17 - Quiz
Als een kogelvis op zoek is naar een andere kogelvis om mee te paren, laat de kogelvis bepaald gedrag zien. Hoe heet dit gedrag? (5 letters)
Slide 18 - Open question
Wat is een voorbeeld van een reflex?
A
Je steekt je hand uit om iemand te groeten
B
Je steekt je hand uit om iets aan te pakken
C
Je steekt je hand uit als je valt
Slide 19 - Quiz
Wel of geen gedrag?
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Geen gedrag
Wel gedrag
Een appel valt van een boom.
Een baby slaapt.
Een bliksem slaat in de grond.
Een kip legt een ei.
Een plant bloeit.
Kaya bloost wanneer ze Marc ziet
Slide 20 - Drag question
Hoe heet dit?
A
Protocol
B
Ethogram
C
Tabel
D
Turflijst
Slide 21 - Quiz
Aangeboren (erfelijk)
Aangeleerd
melk zuigen door baby's
pianospelen
vliegen van vogels
praten van een peuter
zwemmen door vissen
Slide 22 - Drag question
Een baby gansje leert gelijk na het uitkomen uit het ei wie zijn moeder is. Hoe heet deze vorm van leren?
A
Inprenten
B
Conditionering
C
Oefenen
D
Imitatie
Slide 23 - Quiz
De linkerhond is
A
dominant
B
onderdanig
C
de baas in de groep
D
bovenin de rangorde
Slide 24 - Quiz
Piet heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten: - kip 1 pikt niemand - kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4 - kip 3 pikt kip 1 en 4 - kip 4 pikt kip 1
Wat is de rangorde in deze groep?
A
kip 1 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
B
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 1 onderaan
C
de volgorde in rangorde is
kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is
kip 4, 3, 2 en als laatste 1
Slide 25 - Quiz
Welke kat vertoont oversprong gedrag?
A
Links boven
B
Rechts boven
C
Links onder
D
Rechts onder
Slide 26 - Quiz
Juist of Onjuist?
Een wolf die de baas is over de rest van de wolven in een groep, is de onderdanige wolf.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Juist of Onjuist?
Een kat voelt zich bedreigd door een andere kat. Hij maakt zich groot en zet zijn haren op. Dit is een voorbeeld van lichaamstaal.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Juist of Onjuist?
Het grote ronde hoofd van een speelgoeddier is een voorbeeld van een overdreven signaal.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Juist of Onjuist?
Als wolven samen op een prooi jagen, hebben ze een taakverdeling.