Vlak voor de toetsweek

Welkom

Spelling


Werkwoorden
Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

Spelling


Werkwoorden
Nederlands

Slide 1 - Slide

Les van vandaag

De basis - herhaling

Nakijken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je weet waar je valkuilen liggen

  • Je weet hoe je hiermee aan de slag kunt

Slide 3 - Slide

Nakijken
Opdracht 1 (5 punten)

A. Engelse werkwoorden vervoeg je in de verleden tijd hetzelfde als Nederlandse werkwoorden (1p). Ook hier gebruik je weer ’t sexy fokschaap/’t ex-kofschip (1p). Je schrijft alleen een e als dit nodig is voor de uitspraak (1p).
B. Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd, zwakke werkwoorden niet (1 p). Sterke werkwoorden schrijf je zoals je ze hoort, voor zwakke werkwoorden kun je ’t sexy fokschaap/’t ex-kofschip gebruiken (1 p). 

Slide 4 - Slide

Welke werkwoordsvormen ken je?

Slide 5 - Open question

Nakijken
Opdracht 2 (40 punten, per fout -2 punt)

  1. De spelling biedt me weinig problemen meer.
  2. Als je je ogen goed de kost geeft, vermoed je wel iets.
  3. Jasper vertelt je altijd alles wat je weten moet.
  4. De uitgezonden berichten bleken gefantaseerd te zijn.
  5. Het sleuteltje was bevestigd aan een zilveren haakje. 
  6. Ik heb zaterdag heerlijk gerelaxt in de sauna.
  7. De pas opgerichte sportvereniging zat nu alweer in de problemen. 




Slide 6 - Slide

Nakijken
8. Bij de e-mail over de vergadering was de agenda geattacht.
9. Gisteravond downloadde ik alvast de film, zodat we die vanavond kunnen kijken.
10. Vorige zomer kitete Julian nog aan de Noordzee, maar dit jaar gaat hij naar de Middellandse Zee.
11. Vanochtend snoozede mijn wekker vijftien keer voordat ik mijn bed uit kon komen.
12. In dit café kan op zondag tot drie uur worden gebruncht.
13. De omgestorte toren heeft de weg versperd.

14. De veroordeelde automobilist had geen voorrang verleend





Slide 7 - Slide

Soorten werkwoorden
Persoonsvorm
Wij lopen altijd naar school.

Voltooid deelwoord
Wij hebben gisteren 10 kilometer gelopen.
Onvoltooid deelwoord
Lopend ging hij naar zijn werk.
Hele werkwoord of het infinitief
Wij willen daar graag lopen.

Slide 8 - Slide

Nakijken
15. Brandde de verwarming gisteren ook zo slecht?

16. Dat bedrijf loost zijn afval op de rivier.
17. Bij het afscheid heeft Caroline haar klasgenoten tot het laatst toe uitgezwaaid.
18. De gevaarlijke klip werd gelukkig omzeild.
19. Ik heb gewatertand bij het zien van al dat gebraden vlees.
20. Veel informatie wordt simpelweg niet vermeld.
21. Hoewel hij al enkele malen gewaarschuwd was, volhardde de jongste bediende in zijn gedrag. 





Slide 9 - Slide

Persoonsvorm
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp (ev/mv) en kan in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd staan. 

Je vindt de persoonsvorm door:
  • De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)
  • De getalproef uit te voeren (verander het getal van het onderwerp)
Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm. 

Slide 10 - Slide

Nakijken
22. Beantwoord jij die bezorgde brief nog even?

23. Floor heeft dat bankje heel mooi paars gebeitst.
24. Elise zette vanmorgen haar horloge gelijk met de zomertijd.
25. De Boeing 747 landde gisteren een uur te laat op Schiphol. 


Slide 11 - Slide

Werkbladen
?

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord
Je herkent het voltooid deelwoord aan: 
  • De zin bevat een vorm van hebben, zijn of worden
  • Er staat ge-, be-, ont- of ver- voor het werkwoord.

Slide 13 - Slide

Infinitief
 Het infinitief is het hele werkwoord

  • Het is het hele werkwoord (de wij-vorm).
  • Er staat soms 'te' of 'aan het' voor.

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm
  • De persoonsvorm kan voorkomen in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd. Bij deze tijden horen verschillende regels.

  • Daarnaast bestaan er klankveranderende en klankvaste  werkwoorden.

Slide 15 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij 

jij 

hij/zij/het 

meervoud 
ik-vorm/stam

ik-vorm + t

ik-vorm + t

'infinitief' 
fiets      word      loop 

fietst    wordt      loopt

fietst     wordt      loopt

fietsen  worden  lopen
werkwoorden die eindigen op dt komen dus alleen voor bij de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd van jij + hij/zij/het. De stam van het werkwoord moet dan wel op een d eindigen.

Slide 16 - Slide

Persoonsvorm VT
Klankveranderende werkwoorden 
Deze werkwoorden moet je kennen (lopen - liep - gelopen). Er komt in de verleden tijd nooit meer een -t of -d achter!
Klankvaste werkwoorden 
Bij deze werkwoorden moet je bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden. Gebruik daarvoor 't ex Kofschip of 't sexy fokschaap.


Slide 17 - Slide

Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex kofschip of 't sexy fokschaap.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't sexy fokschaap?
  • wel > ik-vorm + te(n)      fietsen - fiets - fietste(n)
  • niet > ik-vorm + de(n)    leren     - ler     - leerde(n)


Slide 18 - Slide

Voltooid deelwoord 
Klankveranderende werkwoorden moet je kennen.

Bij klankvaste werkwoorden eindigt een een voltooid deelwoord op een -t of -d. Daarvoor gebruik je 't sexy fokschaap



Of je maakt het woord langer.
De vloer is geboen.. - de geboende vloer

Slide 19 - Slide

Schema om een grammaticale analyse te maken en vervolgens de regels voor de werkwoordspelling toe te passen.

Slide 20 - Slide

Engelse werkwoorden

  • Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden!
    Je gebruikt dus dezelfde regels.


  • Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm:
paintball, delete, race (vanwege de uitspraak)
scoor, promoot -(vanwege de o-klank)

Slide 21 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. Je noemt ze leenwoorden
  • Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.
  • Let op: Bij saven, timen en daten eindigt de stam op -e.
  • We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt.

Slide 22 - Slide

Hoe zit dat?
  • Bij het werkwoord saven eindigt de stam op een -e
  • -> save (spreek uit: seef)
  • De v van save zit niet in het 'T eX KoFSCHiP
  • Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den

Ik save                 Ik savede                Ik heb gesaved
Hij savet             Wij saveden

Slide 23 - Slide

Bij de meeste werkwoorden  werkt het dus hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 24 - Slide

maar..... let op goed de uitspraak           -n

Slide 25 - Slide

Werkwoordspelling Schema 
Is het werkwoord een PV?
Ja
Nee
   TT                    VT                      VT DW                   INF 
ik, ...jij: ik-vorm

jij, hij, zij, het : ik-vorm +t

M: 'infinitief'
Onregelmatig

ik-vorm +te(n)
ik-vorm +de(n)
(kofschip!)
D of een T?
't ex kofschip
hele werkwoord

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide