2MH Lezen H1-H6 herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom VM2D!

Herhaling Lezen H1-H6

Deze les..

1. Nakijken tekst 'Mag die smartphone even weg?'
2. Wat moet je leren voor de toets?
3. Herhaling theorie Lezen H1-H6
4. Extra oefenen
5. Evaluatie: ben je klaar voor de toetsweek?

Lesdoel

- Je weet wat je moet leren voor de toetsweek

- Je weet hoe je extra kunt oefenen voor de toetsweek

- De belangrijkste theorie is herhaald deze les

Wat moet je leren voor de toets?

• Theorie Lezen H1 t/m H6 niet vergeten ook te oefenen!!
• 
  

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

De hoofdgedachte van een tekst vind je vaak in de inleiding/slot

1. waar
2. niet waar

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

Noem drie signaalwoorden die horen bij een opsommend verband.

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

Feit of mening?
In de toetsweek heb je een toets voor Nederlands

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Max Verstappen is de beste Formule-1-coureur.

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Het is fijn dat je vanaf 26 juni weer veel mensen mag uitnodigen thuis.

1. feit
2. mening

Bedenk een argument bij de mening:
Elke leerling zou per jaar vijf vrije dagen moeten hebben, want ...

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

Hoe check je of de informatie uit
een tekst betrouwbaar is?

Belangrijke theorie

• onderwerp/hoofdgedachte
• hoofdzaken en bijzaken
• signaalwoorden en tekstverbanden
• feiten, meningen en argumenten
• kritisch lezen
• publiek van een tekst

Wie is het publiek van een tekst?

1. De schrijver
2. De lezer(s)
3. De uitgever
4. De winkeliers

Als je wil weten voor wie de tekst geschreven, let je op een aantal zaken. Welke hoort er NIET bij?

1. onderwerp
2. taalgebruik
3. naam van de schrijver
4. lay-out

Waarom is het belangrijk om als schrijver rekening te houden met je publiek?

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?

1. Volwassenen
2. De hockeysters uit het Nederlandse team
3. Jongeren
4. Hockeyliefhebbers

Voor welk publiek is de tekst geschreven?

1. Voor bedrijven die stagiaires zoeken
2. Voor jongeren van het vmbo
3. Voor ouders van jongeren
4. Voor docenten van de havo

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?

1. ouderen
2. jongeren
3. kinderen
4. volwassenen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Jongeren op de fiets
2. Volwassenen in de auto
3. Ouderen die willen oversteken
4. Alle weggebruikers

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Hobbykoks
2. Obers
3. Serveersters
4. Iedereen

Voor welk publiek is deze tekst geschikt?

1. Voor jongeren van 10-12 jaar
2. Voor jongeren van 14-16 jaar
3. Voor volwassen
4. Voor mensen die van surfen houden

Met het publiek van een tekst bedoel je de mensen die de tekst gaan ____________

Voor je een tekst gaat _________________ , moet je eerst ________________ over wie het publiek is.  

Je moet rekening houden met je publiek en je taalgebruik aan hen _______________

Je kunt een tekst bijvoorbeeld moeilijker of makkelijker __________. 

Ook kun je beleefde taal ________________, of gewoon schrijven zoals je zelf zou _____________________tegen je vrienden.

lezen

schrijven

aanpassen

gebruiken

praten

nadenken

maken

Alle jongeren tussen de 12 en 18 jaar

voetbal-

liefhebbers

een vakantie-

vriend(in)

eenpersoons-

publiek

breed publiek

gespecialiseerd publiek

Breed publiek

 gespecialiseerd publiek

Eén persoon 

Zijn er nog vragen?

Ik weet nu goed wat ik moet leren voor de toets.

😒🙁😐🙂😃