National Socialisme + opkomst Hitler deel II

Nationaalsocialisme
paragraaf 3.1
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nationaalsocialisme
paragraaf 3.1

Slide 1 - Slide

Nationaal socialisme

Slide 2 - Mind map

Italië
* Ook veel ontevredenheid -> sterke leider
* Mussolini
* Fascisme
1.  Geen democratie -> sterke leider
2. Nationalisme is goed
3. Gebruik van geweld is goed
* Propaganda

Slide 3 - Slide

Achtergrond informatie Duitsland
* Boos over het verdrag van Versailles (dolkstootlegende)
* Crisis door de herstelbetalingen
* Weinig vertrouwen in de republiek -> lastig om de problemen op te lossen


Slide 4 - Slide


Bierkellerputsch
1923



  • Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
  • Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar. 

Slide 5 - Slide


Hitler wordt vrijgelaten
1924



Hitler hoeft uiteindelijk slechts 9 maanden 
van zijn straf uit te zitten in de Landsberg-gevangenis

Slide 6 - Slide

opkomst 
  • 1921 leider NSDAP
  • 1923 mislukte coup in München
        Gevangenisstraf.
        Schrijft: boek "Mein Kampf"
  • na 1930 NSDAP steeds groter
  • 1933 Hitler Rijkskanselier 

Slide 7 - Slide


Mein Kampf
1925



  • Hitler gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn boek 'Mein Kampf' (mijn strijd) te schrijven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

  • De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch

Slide 10 - Slide

Fascisme
Kenmerken fascisme:
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén leider principe
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair

Slide 11 - Slide

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Raszuiver -> Rassenleer en antisemitisme
  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig. 
  • Drang nach Osten -> in het Oosten was het gebied van Duitsland geweest en er woonden Slavische volken. Die waren minderwaardig
  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen
  • alle kenmerken van het fascisme

Slide 12 - Slide

Kernpunten van NSDAP

1. Groot Duits rijk (Derde Rijk)
2. Lebensraum (levensruimte)
3. Alle Duits sprekende volken in het rijk (Heim ins Reich)
4. Tegen Joden (anti-semitisme) 
5. Afschaffing Verdrag van Versailles
6. Eén volk, één rijk, één leider (leiderbeginsel)

Slide 13 - Slide

Hitler aan de macht
  •  De NSDAP (partij van Hitler) werd in 1932 de grootste partij
  • Toen Hitler in de regering zat, voerde hij in 1933 dictatuur in
  • Hitler maakte gebruik van indoctrinatie en propaganda
  • Tegenstanders werden in concentratiekampen vastgezet

Slide 14 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 15 - Slide


Rijksdagbrand
27 februari 1933


  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt  opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 16 - Slide

Marinus van der Lubbe
Marinus krijgt de schuld:
doodstraf

Slide 17 - Slide

Machtigingswet maart 1933

Slide 18 - Slide

Machtsovername
  • Rijksdagbrand.
  • Hitler schrijft nieuwe verkiezingen uit. Hij behaalt 44% van de stemmen.
  • Geen meerderheid in parlement.
  • Door intimidatie keurde 2/3 van de meerderheid van het parlement een 'machtigingswet' goed die Hitler vier jaar lang alle macht gaf.

Slide 19 - Slide


Machtingswet
24 maart 1933



  • ...de brand komt Hitler wel érg goed uit: 
  • hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen.
  • Het Duitse parlement neemt een noodwet aan, de Machtigingswet, die Hitler onbeperkte macht geeft: Duitsland is een dictatuur.

Slide 20 - Slide

De samenleving Nationaal Socialistisch maken



Slide 21 - Slide

Totalitaire samenleving

De staat controleert en leidt het volk op alle terreinen van de samenleving. Dit is mogelijk door :

      

  • Geweld gebruiken
  • Propaganda en indoctrinatie
  • Geheime politie / concentratiekampen
  • Jeugdorganisaties  Hitlerjugend en de BdM
  • Alle verenigingen en bedrijven onder controle van de nazi's


Slide 22 - Slide

Leven in Nazi 
Duitsland

* Concentratie kampen
* Politieke tegenstanders
* Geweld (gestapo en SA)


Slide 23 - Slide

Tevreden met Hitler?
* Verbeterde de economie
- stopte de herstelbetalingen
* Vergrootte het leger
- Werkloosheid werd minder door industrie (leger)

Slide 24 - Slide

Nationaal socialisme

Slide 25 - Slide

Ein Volk, Ein Reich, Ein Wille, Ein Führer

Slide 26 - Slide

Ein Volk
* Één ras -> Ariërs
* Rassenleer
* Blonde haren en blauwe ogen
* Niet mixen met andere rassen
* Racisme en antisemitisme -> haat tegen joden

Slide 27 - Slide

Ein Reich
* 1 Rijk voor alle Duitse Ariërs
* Leefruimte in het Oosten (lebensraum)
* Oorlog nodig
* Militarisme

Slide 28 - Slide

Ein Wille
* Totalitaire staat
= Denken en doen wat de overheid zegt
* Gestapo (geheime politie) en SA (knokploeg)
* Indoctrinatie -> Hersenspoelen

Slide 29 - Slide

Indoctrinatie-> totalitaire staat

* Censuur
* Schoolboeken
* Hitlerjugend
- Voorbereiden op het worden van soldaat
* Bund Deutscher Mädel
- Voorbereiden op het worden van huisvrouw

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Ein Führer
* 1 sterke leider
* Eenheid
* Absolute macht

Slide 33 - Slide

Quiz
Buitenlandse politiek van 1933 tot 1939

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video