2B - 3.1 t/m 3.4 oefenen

Planning
Vandaag: Oefenen 3.1 t/m 3.4
                     Start 3.5

Dinsdag 13 december: Geen economie 
Vrijdag 16 december: Voorbereiden op SO (oefenblad rekenen)

Dinsdag 20 december: SO hoofdstuk 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
Vandaag: Oefenen 3.1 t/m 3.4
                     Start 3.5

Dinsdag 13 december: Geen economie 
Vrijdag 16 december: Voorbereiden op SO (oefenblad rekenen)

Dinsdag 20 december: SO hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

- Pak je tablet 
- Open de LessonUp app, of ga naar de site van LessonUp

- Voer de code in :) (niet inloggen!)
- meld je aan met je eigen naam!

Slide 2 - Slide

Wat is marketing?
A
Promotiebeleid en productbeleid
B
Reclame op tv en in folders
C
Op zaterdagochtend koop je hier groente en fruit
D
Alles dat een bedrijf doet om zoveel mogelijk te verkopen

Slide 3 - Quiz

De appels zijn in de aanbieding.

Dit is een voorbeeld van:
A
Plaatsbeleid
B
Prijsbeleid
C
Productbeleid
D
Promotiebeleid

Slide 4 - Quiz

www.bol.com
Plaatsbeleid
Promotiebeleid
Prijsbeleid
Productbeleid

Slide 5 - Drag question

Ik open een winkel in het centrum van het dorp waar ik woon.
Van welke P is dit een voorbeeld?

Slide 6 - Open question

Waar zie je een voorbeeld van een grondstof?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

Probeer te vertellen wat een bedrijfskolom is.

Slide 8 - Open question

Welke grondstof is nodig bij welk product?

Slide 9 - Drag question

Wat doet de Marsfabriek?
A
Eindproducten maken van grondstoffen
B
Grondstoffen maken van eindproducten

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de hele serie bedrijven die betrokken is bij de productie van een product?

Slide 11 - Open question

Hoe noem je de verkoopopbrengst van een bedrijf?
A
winst
B
kostprijs
C
omzet
D
nettowinst

Slide 12 - Quiz

Omzet - inkoopwaarde =
A
nettowinst
B
omzet
C
kostprijs
D
brutowinst

Slide 13 - Quiz

De omzet was € 4.000
De inkoopwaarde was € 1.000
Hoeveel was de brutowinst?
A
€ 2.000
B
€ 3.000
C
€ 4.000
D
€ 5.000

Slide 14 - Quiz

De omzet was € 10.000
De inkoopwaarde was € 3.000
Hoeveel was de brutowinst?
A
€ 13.000
B
€ 8.000
C
€ 7.000
D
€ 5.000

Slide 15 - Quiz

De omzet was € 4.000
De inkoopwaarde was € 1.000
Hoeveel was de brutowinst?

Slide 16 - Open question

Brutowinst - bedrijfskosten =
A
nettowinst
B
omzet
C
brutowinst
D
kostprijs

Slide 17 - Quiz

De brutowinst was € 6.000
De bedrijfskosten € 3.000
Hoeveel is de nettowinst?
A
€ 9.000
B
€ 6.000
C
-€ 3.000
D
€ 3.000

Slide 18 - Quiz

De brutowinst was € 10.000
De bedrijfskosten € 4.000
Hoeveel is de nettowinst?
A
€ 6.000
B
€ 10.000
C
€ 14.000
D
€ 4.000

Slide 19 - Quiz

Welke voorbeelden van bedrijfskosten kun je bedenken?

Slide 20 - Open question

Hoofdstuk 3: De winkel in
Paragraaf 5: De winkel en het milieu

Slide 21 - Slide

Wat weet je van 'biologische producten'?

(vergelijk biologisch bijvoorbeeld met niet-biologische (gangbare) producten)

Slide 22 - Mind map

Biologische producten
Milieuvriendelijk geproduceerd





Meestal duurder dan gangbare producten

Slide 23 - Slide

Wat betekent 'recycling'?
A
terug naar huis fietsen
B
afval gebruiken om nieuwe producten te maken
C
hoe lang duurt de les nog?
D
re wattes?

Slide 24 - Quiz

sleep de plaatjes naar het bijbehorende begrip.
assortiment
statiegeld
recycling

Slide 25 - Drag question

Aan de slag in je werkboek:
Kies zelf waar je mee begint:

- opdrachten maken van 3.5 (blz 72-74)
- rekentrainer t/m paragraaf 5 (blz 76-78)
- paragraaf 3.1 t/m 3.4 afmaken

- nakijken
Huiswerk vrijdag 16 december

Slide 26 - Slide