8.4 Machten en de rekenmachine HSX

8.4 Machten en de rekenmachine

1 / 22

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

8.4 Machten en de rekenmachine

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Na deze les kun/ken je:

Machten berekenen met de rekenmachine.

De wetenschappelijke notatie.

De wetenschappelijke notatie op de rekenmachine.

Slide 2 - Slide

Machten berekenen met de rekenmachine

Slide 3 - Slide

Opdracht 43a
Bereken
Rond af op twee decimalen.

5, 6^{​ 3 ​ ​}

Slide 4 - Open question

Opdracht 43b
Bereken
Rond af op twee decimalen.

0, 95^{​ 4 ​ ​} \cdot 5, 2

Slide 5 - Open question

Opdracht 43c
Bereken
Rond af op twee decimalen.

(- 2, 6)^{​ 4 ​ ​} - 1, 7^{​ 3 ​ ​}

Slide 6 - Open question

Opdracht 43d
Bereken
Rond af op twee decimalen.

0, 58 \cdot 2, 5^{​ 3 ​ ​} - (- 1, 4)^{​ 3 ​ ​}

Slide 7 - Open question

De wetenschappelijke notatie

Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen.

In dat geval kan je het getal op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.

Slide 8 - Slide

Grote getallen

Duizend 1 000

Miljoen 1 000 000

Miljard 1 000 000 000

Biljoen 1 000 000 000 000

Biljard 1 000 000 000 000 000

1 0^{​ 3 ​ ​}

1 0^{​ 6 ​ ​}

1 0^{​ 9 ​ ​}

1 0^{​ 12 ​ ​}

1 0^{​ 15 ​ ​}

Slide 9 - Slide

Wetenschappelijke notatie

In de wetenschappelijke notatie Schrijf je:

7.530.000 als: 7,53 x

1 0^{​ 6 ​ ​}

Slide 10 - Slide

De wetenschappelijke notatie

3.000 kunnen we schrijven als duizend.

3.000 kunnen we ook schrijven als

6.700.000 =

9,2 10⁵ =

Let op het is altijd een getal tussen 0 - 10

\cdot

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Schrijf in de wetenschappelijke notatie

480.000

480 \cdot 10^{​ 3 ​ ​}

0, 48 \cdot 10^{​ 6 ​ ​}

4, 8 \cdot 10^{​ 5 ​ ​}

0, 48 m i l j o e n

Slide 13 - Quiz

De wetenschappelijke notatie op de rekenmachine

Slide 14 - Slide

Schrijf in de wetenschappelijke notatie

158

158

15, 8 \cdot 10

1, 58 \cdot 10^{​ 2 ​ ​}

0, 158 \cdot 10^{​ 3 ​ ​}

Slide 15 - Quiz

Schrijf in de gewone notatie

5, 7 \cdot 10^{​ 5 ​ ​}

5, 700000

5, 70000

5.700.000

570.000

Slide 16 - Quiz

Schrijf in de gewone notatie

1, 236 \cdot 10^{​ 4 ​ ​}

1, 2360000

12.360

12, 36 d u i z e n d

1.236

Slide 17 - Quiz

Klopt dit?

4, 28 \cdot 10^{​ 5 ​ ​} = 428000

Nee

Slide 18 - Poll

Klopt dit?

152500 = 15, 25 \cdot 10^{​ 4 ​ ​}

Nee

Slide 19 - Poll

Te maken opdrachten

H8.4: blz 114 opgaven 56 t/m 59, 63 , 64

Ben je klaar tijdens de les kan je verder met opgave 60,61

- Netjes uitwerken door eerst over te nemen en daaronder uit te werken in je schrift

verplicht te doen

Slide 20 - Slide

Resumerend

De lesdoelen waren: