Oefenen voor de toets van hoofdstuk 4

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Zouten V4

Geef de molecuulformule van magnesiumsulfaat.

Geef de molecuulformule van calciumacetaat.

Geef de naam van CuBr2

Geef de naam van Cu3(PO4)2

Geef de oplosvergelijking van ZnCl2

Geef de oplosvergelijking van MgBr2

Geef de oplosvergelijking van FeF3.

Geef de indampvergelijking van een ammoniumjodideoplossing

Geef de indampvergelijking van een lood(IV)nitraatoplossing.

Geef de indampvergelijking van een natriumhydroxide-oplossing.

Indampvergelijkingen

Omgekeerde van oplosvergelijkingen

Oplosvergelijking:                       (s)  -->  Ca²⁺ (aq) + 2 NO₃^- (aq)

Indampvergelijking:   2 NO₃^- (aq) + Ca²⁺ (aq) -->                     (s)

 

Ca(NO​3​​)​2​​

Ca(NO​3​​)​2​​

Van de fosfaten uit mest en kunstmest blijft 40% achter in de grond. Dat geldt vooral voor kleigrond. Klei bevat kalium-, magnesium-, calcium- en aluminiumionen.
Om welke reden dragen fosfaten in oppervlaktewater bij aan de eutrofiëring?

Leg uit waarom fosfaten uit klei minder snel uitspoelen dan nitraten en sulfaten.

Welke zouten zijn goed oplosbaar in water? Gebruik Binas tabel 45A.
1) magnesiumnitraat
2) calciumcarbonaat

1. alleen zout 1 lost goed op
2. alleen zout 2 lost goed op
3. beide zouten lossen goed op
4. geen van beide zouten lost goed op

Een slecht oplosbaar zout maken.
Beschrijf hoe je bariumcarbonaat kunt maken uit oplossingen van andere zouten.

1. Bariumchloride en calciumcarbonaat
2. bariumchloride en natriumcarbonaat
3. Zilverchoride en natriumcarbonaat
4. Natriumchloride en kaliumcarbonaat

Het aantonen van ionen in een oplossing.
Toon aan of je zilvernitraat-oplossing of een calciumnitraat-oplossing hebt.
TIP! Zoek een goed oplosbaar zout met een negatief ion dat neerslag met het zilver of calcium-ion.

1. Met NaCl
2. Met Na2SO4
3. Met Na2S
4. Met Na2CO3

Verwijderen van ionen uit een oplossing:
Verwijder de sulfaat-ionen uit een koper(II)sulfaat-oplossing

1. Met natriumnitraat
2. Met calciumnitraat
3. Met Ammoniumnitraat
4. Met bariumnitraat